13 november 2020; het 5e artikel verschijnt op mijn website. Slechts een kleine groep lezers weet hem te vinden en leest daar over het Wilhelmus en de vader des vaderlands. Over het vertrouwen op God van hem die vocht voor onze vrijheid.
29 april 2022; in de afgelopen week hebben wij Koningsdag gevierd. Koning Willem van Oranje-Nassau liep door de straten van Maastricht en vierde daar zijn verjaardag. Het hele land vierde feest. De liters oranjebitter waren niet aan te slepen, de ontelbare tompouces veranderden in veldslagen op het moment dat ze werden gegeten, in het hele land luidden om 08.00 uur ’s ochtends de klokken en speelde men op draaiorgel, trompet en met de fanfare ons Wilhelmus. Leve de koning! Hoezee! Hoezee! Hoezee!
Terwijl ik afgelopen woensdag een koningsdag aubade mocht begeleiden bij hen die mij na aan het hart liggen en de noten inzette van het Wilhelmus, moest ik terugdenken aan dat artikel van 1,5 jaar geleden. Toen schreef ik: “Ik ga het hebben over de inhoud van ons Wilhelmus; die inhoud is al zo rijk dat ik over elk van de 15 coupletten een losse blog zou kunnen schrijven. Wie weet begin ik daar nog wel eens aan, maar vooralsnog beperk ik mij.”
En nu gaan wij dat doen. Deo Volente elk jaar rond de Koningsdag hoop ik in te gaan op een couplet uit ons volkslied en met u elk couplet te overdenken. Vandaag het eerste deel.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
De zanger van ons volkslied stelt zich voor: “Ik ben Wilhelmus van Nassouwe.” Het hele volkslied draagt zijn naam. Elk couplet begint met een letter ervan (W-I-L-L-E-M-V-A-N-N-A-S-S-O-V).
De bij ons zo bekende vader des vaderlands. Zijn naam is niet in het vergeetboek der gestorvenen geschreven, nee, hij is ook onder de jongste Nederlanders nog een bekende. Iedereen weet van zijn daden voor ons land. Hij stond aan de basis van ons huidige koninkrijk.
Een niet-Nederlander van Duitse bloed heeft ons land vrijgemaakt van de Spaanse overheersing. Wilhelm is geboren op de Dillenburg in Duitsland. Als zoon van een graaf had Willem blauw bloed door de aderen stromend en op zijn elfde mocht hij (door erfrecht) zich ook een Prins van Oranje noemen.
Tot op de dag van vandaag zijn de banden van de Oranjes sterk met die van Duitsland. Enkele nazaten trouwden zelfs met Duitse gemalen (denk maar aan Wilhelmina die trouwde met Hendrik, Juliana met Bernhard, Beatrix met Claus). Nederland en Duitsland zijn door bloedbanden in het koningshuis sterk aan elkaar verbonden.
De 2e wereldoorlog heeft deze band onder druk gezet. Veel leed is er geleden, maar de band is hersteld. Bijzonder in Zeeland spreekt men elkaar in de zomermaanden in het Duits aan en in de Moezel en de Eiffel klinkt het uit Duitse monden: “Goedemiddag, hoe kan ik u helpen?”
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Willem is nog aan het woord. Ik blijf mijn vaderland trouw. Maar; welk vaderland bedoelt hij hier? Waar is gevoelsmatig Willem thuis? Gaat het over zijn geboorteland Duitsland of over Nederland? Het laatste is het geval. Willem maakt op jonge leeftijd al kennis met de Hollandse polders en noeste arbeidslieden. Hij kent het hart van de Hollander en herkent zich in diens religie. Willem, al heeft hij altijd een Duitse tongval gehad, hij was is hart en nieren een Nederlander.
De belofte die hij in deze regels doet, gaat echter diep, heel diep. “Ik blijf het vaderland trouw tot aan mijn laatste ademstond. Nooit zal ik dit land, wat ik innig liefheb, de rug toekeren. Ik zal mij altijd inzetten voor ’s lands idealen.” Op het moment dat het Wilhelmus geschreven werd, was Willem nog in leven. Hij kon niet in de toekomst kijken, hij wist niet dat hij enkele jaren later door een dodelijke kogel zou worden geraakt. Is zijn uitspraak dan niet wat voorbarig?
Ik moet denken aan Petrus: “Ik zal Hem geenszins verloochenen” (Mattheus 26:32c), er kraaide 3 keer een haan… en Petrus had Hem 3 keer verloochent. Was Willem hier niet wat voorbarig met zijn: “Ik blijf trouw tot in den dood?”
Willem was een godvrezende man die zich tot levensdoel had gesteld om het volk te bevrijden van de onderdrukking en de Christelijke leer tot ’s lands godsdienst in te stellen. Goed om te vermelden is dat Willem geen onderscheid heeft gemaakt tussen het Roomse deel van het land en het Protestantse/Gereformeerde deel van het land. Willem behoorde zelf niet tot de aanhangers van Rome, maar beschouwde die Nederlands wel als ingezetenen zijns volks. Hij stelde ieder geloof gelijk.
Ik ben ervan overtuigd dat Willem; toen hij deze uitspraak deed, dit ten volle in de gedachte van het Deo Volente gedaan heeft. (Zo de Heere wil en ik leef).
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
Eerder in dit artikel heb ik al gerefereerd aan de mogelijkheid van Willem om de titel ‘Prins van Oranje’ te voeren. Hij heeft deze titel door erfrecht ontvangen en het bijbehorende land was ook van hem. Wat zouden wij doen, als een stuk land zouden erven? Het gelijk gaan bekijken toch? Willem heeft zijn prinsdom echter nooit gezien. Hij is er niet geweest, want… hij was druk met de strijd in Nederland.
Wat mij in het bijzonder opvalt is iets heel bijzonders aan ons volkslied; Geen ander volkslied ter wereld heeft in het eerste couplet ruimte gemaakt om juist andere volkeren/natiën te benoemen: Duitsland, prinsdom Oranje, Koning van Spanje… Waar volksliederen vaak een lofzang zijn op datgene waar de natie goed in is, kiezen wij in Nederland ervoor om ook anderen te bezingen.
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
Willem van Oranje; een begenadigd leider en voorvechter van de vrijheid. Af en toe stil en nadenkend, op andere momenten zonder twijfel de bestuurder van de natie. Hij had die uitstraling en kreeg het gezag. Leiderschap kenmerkt zich in mijn ogen vaak niet door leiding nemen, maar door leiding gegund worden door de onderdanige.
In deze regels laat Willem zich van de laatstgenoemde kant zien. Hij eert hem die boven hem staat.
In deze regels klinkt echter niet allen onderdanigheid door, maar deze regels lijken ook de afsluiting van een periode te zijn. Nederland gaat gebukt onder het juk van de Spaanse overheersing. Willems strijd is die tegen de Spanjaarden en de Spaande kroon. Hier neemt hij afstand van zijn onderdanigheid en gaat hij strijden voor de Hollandse vrijheid.
Het eerste couplet van het Wilhelmus; bijna alle Nederlands kunnen het meezingen in de kerk of meeschreeuwen in het stadion. Maar wat is er van de inhoud blijven hangen?
Bij mij vooral de woorden: “den vaderland getrouwe”. Niet voor even, maar tot in de dood, de rest van het leven.
Geldt dat ook voor mij of u? Zijn wij nog dankbaar voor het Nederland waar God ons geboren heeft doen worden, of waar wij door Zijn hand nu in mogen wonen?
Kunnen wij zonder schroom zeggen dat wij een land trouw blijven, wat zo afglijdt in het aardse uitleven? Een land waar eten, drinken en vrolijk zijn, de leus is? Waar Carpe Diem (Pluk de Dag) op menig woning geschreven staat?
Kunnen wij zonder schroom zeggen: “Wij blijven den vaderland getrouwe tot in den dood?”
Ja, maar slecht op 1 wijze: Deo Volente. Want als de God van Willem van Oranje voor ons land blijft zorgen, dan is het goed om ons land trouw te zijn ons verdere leven. Dat onze beê dan ook moog wezen dat Hij ons land gedachtig zij, want:
Dan zal de HEER ons 't goede weer doen zien;
Dan zal ons 't land zijn volle garven biên;
Psalm 85 : 4
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties