Summer School - Wiskunde

Gepubliceerd op 22 juli 2022 om 17:00

“Stel: De mussen vallen van het dak door de enorme hitte. De nok van het dak i 4 meter hoor. Elke mus weegt 25 gram. Hoelang duurt het voor de mus de bodem raakt?”

 

Het zou zomaar eens een vraag uit het wiskunde examen van de My Thoughts Summer School kunnen zijn. Vandaag gaan wij terug de schoolbanken in en buigen wij ons over het schoolvak wiskunde.

 

Waar elke Bèta ingestelde leerling een gat in de lucht springt bij dit onderwerp (hoe bereken je de kubieke meter van het gat?) denkt de leerling met de talenknobbel: “Hoe krijg ik hier ooit een voldoende voor?” (Hoe zeker is de leerling dat hij gaat zakken? Bereken het percentage).

 

Als ik zelf terugdenk aan mijn wiskundelessen dan moet ik zeggen dat er bij mij bar weinig is blijven hangen. Er waren voor mij 2 mogelijkheden: Of het onderwerp lag mij en ik kon de opgave met 2 vingers in mijn neus maken, of ik begreep er helemaal niets van en kon het onderwerp beter overslaan.

 

Logische rijtjes -> eitje. Rekenen met inhoudsmaten -> Drama.

 

Toen ik mij ging voorbereiden op dit artikel duurde het even voor weer boven kwam drijven wat wij ook alweer moesten leren. Toch is er wel wat blijven hangen:

  • Diameter x pi – omtrek van een cirkel
  • A2 x B2 = C2 = Stelling van Pythagoras (Piet Apengras)
  • Pi begint met 3, 14…

 

Vaag herinner ik mij ook nog een methode om hoeken te berekenen (F- of Z- methode), er was iets met Cos, Sin en Tan (maar vraag mij even niet meer waarvoor je dat gebruikte) en vergelijkingen… Je moest zorgen dat iets in balans bleef, maar verder?

 

Deze reeks artikelen schrijf ik om er eens met elkaar over na te denken hoe vaak wij de informatie die wij geleerd hebben eigenlijk nog gebruiken. Dit zal voor ieder anders zijn. Zelf gebruik ik vooral de oppervlakteformules nog (bij het klussen) en het rekenen met grammen (bij het fabriceren van gebak.) Af en toe pak je nog eens een meetinstrument erbij om te berekenen hoe scherp/stomp een hoek is.

 

Vanuit u als lezers kwam er ook een reactie op mijn vraag; “Wat heeft u onthouden van uw wiskunde?” Opvallend vaak kwam naar voren: “Het spelen met rekenmachine”. Wie heeft nooit: 707+707=1414 ingetoetst? Of 7083170? En de wat luxere rekenmachines hadden nog een leukere functie: Ze waren prima las spiekbrief te gebruiken. Je kon de formules die je moest leren namelijk voorprogrammeren.

 

Jarenlang stampen van de formules leidde allemaal tot het examen wiskunde; Wij dachten dat wij er klaar voor waren, maar ow schrik: één van de benodigde attributen (de passer) was je vergeten. Zonder passer geen perfecte cirkel om je uitwerkblad. Wanhopig probeerde je er 1 te lenen van een 3e klasser. Gelukkig kon je het op tijd regelen en stond je enigszins bezweet in de gang bij de gymzaal te wachten tot de examenzaal openging.

 

Bij het openslaan van de papieren sloeg de schrik je echter om het hart. Je kende alle formules, maar welke moest je hier gebruiken? Het leek wel algebra…

 

Johannes R


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.