“Stel: je bent op vakantie en besluit de omgeving te gaan verkennen. Op welke manier kun je dat het beste doen? (A) Lopen (B) Fietsen (C) Joggen (D) Steppen (E) Suppen (F) …”
Het zou zomaar eens een vraag uit het Lichamelijke Opvoedingsexamen van de My Thoughts Summer School kunnen zijn. Vandaag gaan wij terug de schoolbanken in en buigen wij ons over het schoolvak Lichamelijke Opvoeding.
Examen Lichamelijke Opvoeding? Dat klopt toch niet? Nee… dat is juist. Dit is een schoolvak waar geen examen aan verbonden is. Een voldoende moet je staan, meer is niet nodig. Voor vele leerlingen is dit echter een vak waar je mooi je gemiddelde wat door omhoog kunt krijgen, hier hoef je niet voor te leren.
Eerst maar even een persoonlijke touche aan dit artikel: Dit vak was voor mij aan absolute gruwel! Ten eerste ben ik totaal niet atletisch aangelegd, ik begrijp de humor niet van met zijn allen achter een bal aanrennen tot je moe wordt, de ellende van om moeten kleden zonder privacy… Van mij mag dit schoolvak direct worden geschrapt. Daarbij koste het mij veel te veel energie.
Als middelbare scholier fietste ik dagelijks een half uur naar school en nee, toen hadden wij nog geen trapondersteuning. Wij moesten door weer en wind heen ploeteren.
Dit ging prima zolang ik die week maar geen LO had, na die les kwam ik de rest van de week niet meer vooruit door een gebrek aan de broodnodige energie.
Maar ik besef; ik ben in deze niet een gemiddelde leerling. De meeste scholieren kijken uit naar een les waarvoor niet gestudeerd hoeft te worden. Ze kijken uit naar een moment sport en spel. Ja, sommigen kijken zelfs uit naar het zweten. Ze tonen de spierballen en het is een kwestie van zien en gezien worden voor en door de zelfbewuste tieners.
Hoogtepunt van de activiteiten is de jaarlijkse sportdag. Een hele dag in het teken van sport en spel. Weer of geen weer? Het maakt niet uit; het gaat hoe dan ook door! 8 schooluren lang barst de strijd om de wisselbeker los. 8 schooluren lang klinkt de aanmoediging vanaf de zijlijn. Aan het einde van de 8 schooluren is de finale: de estafette voor de laatste punten. Daar lopen niet alleen de leerlingen in mee, nee, dan zijn ook de scheidsrechters (leraren) van de partij. Zij rennen zich massaal zweepslagen om de leerlingen te tonen dat ook zij sportief kunnen zijn.
Vraagje: Als er wel een sportdag is? Waarom dan geen muziekdag / schilderdag / CKV-dag?
Terug naar de lessen; op mijn middelbare school kregen wij de mogelijkheid om kennis te maken met vele verschillende sporten. Ieder had zo zijn favorieten. Een greep uit de activiteiten:
- Muurklimmen: De klimmuur in de gymzaal was een hoogtepunt voor velen. Letterlijk en figuurlijk. Het nadeel: het tuigje waarin je zonder twijfel lichaamsdelen zou afklemmen.
- Hockey: Met een stick proberen een bal in het doel van de tegenstander te krijgen. Goed voor het teamwork. Nadeel: blauwe scheenbenen… er was vast iemand die zijn stick niet goed onder controle kon houden
- Speerwerpen: In de zomermaanden op het buitenveld leren speerwerpen als een echte atleet. Nadeel: de punt van de speer wilde maar niet als eerste de grond raken. Een slechte score gegarandeerd
- Voetbal: Een gouwe ouwe. Goed voor het teamwork en de rolverdeling. Nadeel: Altijd ruzie. Wel of geen buitenspel? Wel of geen goal?
- Fitness: In de sportschool van de middelbare school werken aan spieropbouw door het tillen van gewichten. Nadeel: Geen idee waar je grens ligt, blessures gegarandeerd.
- Acrogym: Met elkaar werken aan een basis van vertrouwen en lichamelijke balans. Het betreft het bouwen van menselijke piramides, het op de schouders nemen van klasgenoten. Nadeel: voor de gemiddelde puber is het hebben van een dergelijk lichamelijk contact ofwel (a) een reden tot vreugde of (b) een reden tot inbraak op de privacy.
- Judo: In een wit pakkie elkaar proberen tegen de grond te werken. Nadeel: Hoeveel klasgenoten voor je hadden hetzelfde pakje aangehad? Het rook naar een combinatie van chemische wasmiddelen en oud zweet.
En zo kan ik nog langer doorgaan. Sporten is goed voor het lichaam en de geest; dat is wat dit schoolvak ons mee wil geven. Het vak zorgt ervoor dat de scholier die thuis alleen maar achter de computer zit verplicht moet bewegen. Dat die scholier er (in het gunstigste geval) ook het plezier van in gaat zien.
Nog 2 dingen die ik niet genoemd heb, maar vanuit de lezers ook aangestipt kreeg:
- Het dieptepunt van de puberale sportpubers (zowel van de voor- als tegenstander) is: de coopertest/pieptest. Een les lang was je heen en weer aan het rennen door de gymzaal terwijl de piepjes elkaar steeds sneller opvolgen. De ultieme uithoudingstest. Niemand (lees: NIEMAND) vindt dit leuk.
- Het verplichte douchen aan het einde van de gymles heeft ook bij velen trauma’s opgeleverd. In het veel te kleine hokje probeerde je een klein beetje privacy te creëren, maar door de spiegelende tegelwand zag je precies van buurman of buurvrouw naast je deed. Vervolgens waren er altijd opscheppers die even lieten zien hoe gespierd ze waren en zag je lichamelijke eigenschappen van anderen, waar je echt geen belang in had.
Of je nu een voor- of tegenstander bent/ Of je nu fanatiek bent of er net voor zorgt dat je een voldoende hebt; Lichamelijke opvoeding is een vak wat anders is dan de andere vakken op het middelbaar. Een vak waarin kennis niet het belangrijkste is, maar wilskracht en doorzettingsvermogen. Het is dat vak waarin je niet stil hoeft te zitten in de schoolbank.
Of je nu voor- of tegenstander bent: op een dag besef je dat sport noodzakelijk is om het lichaam en de geest te onderhouden. Dan denk je nog eens terug aan al die verschillende sporten waar je kennis mee hebt gemaakt en maak je daaruit de keuze voor de sport die bij jou past. Dan zijn al die lessen waarin je over je grenzen heen moest, toch van nut geweest!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties