Psalmen zingen; het is een traditie die, ook al verandert er veel in de wereld, nooit een einde zal hebben op aarde. Van oudsher zijn het de psalmen die aangeheven worden in tijden van vreugde en verdriet. Ook Anno Domini 2023 klinken de psalmen weer door de kerken en huiskamers.
In eerdere delen keken wij naar de zangers en naar de samenzang. Een groot deel van hoe deze samenzang klinkt en hoe de zangers zingen is in handen van de begeleiding. Het is om die reden dat ik in dit artikel daarop focus.
Menigeen denkt nu direct aan de organist die vanachter zijn toetsen het orgel aanzwengelt, maar dat is niet de enige vorm van begeleiding die wij kennen. In Engeland kiest men met regelmaat voor een blazersensemble als begeleiding, steeds vaker zien wij de piano als begeleidend instrument, een enkele keer een orkest. Helaas heeft ook de band zijn intrede gedaan.
Het zijn echter zeldzame uitzonderingen op het alomtegenwoordige orgel.
Tijdens de kerkdiensten en tijdens concerten horen wij de orgelklanken door de kerken galmen. Dan zit de organist achter de speeltafel en klinken zang en spel tezamen om God aan te roepen in de gebeden, God dank te zeggen voor zijn gaven en God te loven boven alles.
Maar de manier van begeleiding; die verschilt nogal:
- Je hebt de ouderwetse organist die de voortoon tot kunst heeft verheven; Hij start zijn koraal met een enkele toon om vervolgens zijn akkoord in te zetten. Daarna wacht hij tot hij de gemeente aan hoort zwellen en gaat naar de volgende toon. Tussen de regels door herhaalt dit fenomeen zich. Gevolg: Alles vertraagt en van een tempo is niets meer te merken. Ieder heeft de kans heerlijk mee te zingen op zijn eigen wijze
- Er is de recht toe-recht-aan organist; Deze organist luistert totaal niet naar de gemeente. Hij speelt zijn voorspel en speelt daarna zijn koraal. Een voortoon kan geregeld worden, deze duurt exact 1 tel.
- Er is de na-corona-organist; Deze organisten zijn gewend om te begeleiden zonder gemeente. De gemeente dient direct met het orgel in te zetten. De organist ‘ademt’ met zijn orgel mee met te gemeente waardoor deze, zonder voortonen, exact op het goede moment zingt. Complimenten voor deze organisten! Ook als ze volhouden als de gemeente bij de eerste zin nog achter de tel hangt.
Welk type organist men ook achter het orgel treft; iedereen heeft er een mening over. Nee, als organist voldoe je niet snel aan de wensen van de gemeente (of aan de wensen van kerkenraad/predikant). Te snel, te langzaam, te frivool, te saai…
Toegegeven; als ‘organist’ heb ik ook wel eens een mening over mijn collega’s. Zo is daar de:
- Mijn-linkerhand-weet-niet-wat-mijn-rechterhand-doet organist; Het spel klinkt alsof men thuis de stukken aan het studeren is.
- De ik-was-liever-zanger organist: De organist die meezingt met zijn psalmspel zit wat mij betreft op de verkeerde stoel. Het is haast onmogelijk om een goed tempo te hanteren.
- De hoe-harder-hoe-mooier organist: Het orgel zwelt aan tot alle kleppen de lucht doorlaten die naar de pijpen en balken vloeit. De gemeentezanger hoort (al doet hij nog zo zijn best) zichzelf niet zingen.
- De liever-lui-dan-moe organist: zonder voorbereiding pakt deze organist een koraalboek uit de kast voordat hij naar de kerk toe gaat. Daar speelt hij een ongemotiveerd voorspel. Koraaltje op 1 klavier, koraaltje met uitkomende stem, koraaltje met tegenstem. Paar harmonieën tussendoor… en voila! De dienst is begeleid.
Je zou bijna denken na het lezen van bovenstaande: is er dan geen goede organist onder de zon? Dan moet ik iets bekennen; elke organist (ook ik!) herkent zich bij tijd en wijle in bovenstaande voorbeelden. Wij maken ons er allemaal wel eens schuldig aan. Geen tijd voor een goede voorbereiding, emotioneel vol van andere zaken, en voor wij er erg in hebben zijn wij de ongemotiveerde organist achter het orgel.
‘Hoe zou het moeten zijn dan?’ hoor ik u vragen?
Daar kom ik volgende week bij u op terug!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties