Het Zeeuws Volkslied (3/3)

Gepubliceerd op 30 juli 2021 om 17:00

Het Zeeuws volkslied. Het lied mijner Vaad’ren. In 3 delen ga ik, als Zeeuw, u meenemen door de tekst, aangevuld met persoonlijke anekdotes. 
Ter afsluiting het derde couplet en de epiloog.

 

Het derde couplet

Gij, Zeeland, zijt ons eigen land,
Wij dulden hier geen vreemde hand,
Die over ons regeeren zou,
Aan onze vrijheid zijn wij trouw.
Wij hebben slechts één enk'le keus:
'Oranje en Zeeland!' da's de leus!
Zoo blijven wij met hart en mond,
Met lijf en ziel: goed Zeeuwsch goed rond.

 

Voor de derde en laatste keer zit ik achter mijn laptop om mijn lofzang aan Zeeland te voltooien. Veel is er al de revue gepasseerd, maar het derde en laatste couplet mag uiteraard niet ontbreken. Ook in dit couplet heft de Zeeuw zijn lofzang aan over de provincie die voor altijd in zijn hart zit.

 

Met alle Zeeuwen hef ook ik nog 1 keer ode aan over ‘mijn’ provincie. Die provincie die ik, als donateur van stichting Het Zeeuws Landschap, probeer te onderhouden. De natuur waar ik wekelijks doorheen wandel, de dorpen die ik ken. Zeeland dus, nog 1 keer mijn lofzang!

 

Gij, Zeeland, zijt ons eigen land,
Wij dulden hier geen vreemde hand,
Die over ons regeeren zou,
Aan onze vrijheid zijn wij trouw.

 

Wij zijn, als Zeeuwen duidelijk niet de enigen die van de provincie houden. Vele buitenlandse rijken hebben geprobeerd te provincie in te lijven.

 

Laat ik maar eens beginnen met de Belgen. Zij zijn nu eenmaal de directe aanleiding voor het schrijven van dat volkslied. Zij vonden dat Zeeland beter bij België zou passen, en dat is ook nog wel enigszins te begrijpen. Zeker Zeeuws-Vlaanderen… het gebied is nu eenmaal meer Belgisch dan Nederlands te noemen. Wil je dit deel van de provincie bereiken, dan moet je, zelfs als Zeeuw daar tol voor betalen. Geen wonder dat weinigen de reis door de Westerscheldetunnel aanvangen.

Ben je er eenmaal toch doorheen, dan kom je in een gebied terecht met uitgestrekte leegte, hier en daar een dorpje. Je treft er een totaal andere mentaliteit aan, die verdacht veel lijkt op die van onze zuiderburen.

Wil je daar een keer gaan shoppen? Dan ga je niet naar Terneuzen of Goes/Middelburg, nee, dan ga je naar Antwerpen, Gent of Brugge. Waarom zou je in Nederland blijven?

Toch… Belgen… vergeet het maar. Ook Zeeuws-Vlaanderen hoort bij Nederland. Wij dulden hier immers geen vreemde hand!

 

Dan de Spanjaarden, ook zij hadden hun oog op Zeeland laten vallen. Deels kregen ze de provincie nog in handen ook, maar dankzij moedige Zeeuwen kwam de provincie weer in eigen handen. Op vele plekken in de provincie kun je hier de sporen nog van zien. Ik had het al over Fort Rammekens, maar wat dacht u van het Fort van Terneuzen of het Fort van Ellewoutsdijk? Tastbare herinneringen aan vervlogen tijden.

 

En ten slotte natuurlijk de Duitsers. Tussen 1940 en 1945 hebben ook zij Zeeland bezet. Van deze annexatie is nog wel het meeste te zien. Een rondje Zeeland zonder bunkers is geen rondje Zeeland. Ook ik kom, tijdens de wandelingen, telkens weer nieuwe herinneringen tegen aan de oorlogsjaren. Je stuit op stenen muren, delen van de Atlantikwall of monumenten die de slachtoffers herdenken. Deze oorlog is nog zeer goed voelbaar. Ze zijn er nog; de mensen die deze oorlog bewust hebben meegemaakt. Hun verhalen klinken nog in de huiskamers van Zeeland. Ook bij mij thuis kwam de oorlog soms ter sprake. Mijn grootvader wilde er nooit veel over zeggen, op “ik heb Middelburg zien branden” na. Mijn grootmoeder hield het bij hoe haar vader altijd wel eten kon regelen. Meer werd er niet gezegd.

Gelukkig is het elders anders, en is er veel bekend over de bange tijd en de moeilijke jaren. Dat het voor ons ter nagedachtenis mag zijn en tot lering.

 

Ik moet hierbij ook denken aan een oud-collega. Van oorsprong Duitse. Ze woont inmiddels al vele jaren in Zeeland. Is hier ingeburgerd. Toen zij, slechts een aantal jaren geleden, de vraag kreeg of ze een dodenherdenking bij wilde wonen, heeft ze hier voor bedankt. “Op 4 mei kom ik mijn huis niet uit.” De reden? De pijn die haar voorouders ons volk, ook ons Zeeuwen, hadden aangedaan, droeg zij als een last op haar schouders rond. Ze beschouwde het, nog steeds, als een grote schande.

 

Inmiddels zijn alle buitenlandse volkeren weer hartelijk welkom in Zeeland. In de zomer hoor ik aan de kust vooral Duits, Vlaams en Engels. Vele toeristen overspoelen de provincie. Wat een groot goed dat wij in harmonie met elkaar mogen genieten van Zeeland.

 

Wij hebben slechts één enk'le keus:
'Oranje en Zeeland!' da's de leus!

 

Nog 1 keer is het tijd om de band tussen Oranje en Zeeland aan te halen. Ik wil u graag meenemen naar de geliefde Pater Patriae (Vader des Vaderlands) Willem van Oranje. De band tussen de eerste ‘vorst’ en Zeeland was sterk en innig.

 

Zelfs 2 keer trad Willem van Oranje in Zeeland in het huwelijk, tweemaal in het prachtige dorp Veere. Grote delen van zijn leven verbleef hij in Middelburg, in de Abdij. Daar had hij zijn eigen vertrekken waar hij, en zijn gezin, konden leven. Ook woonde hij aan de Lange Delft in Middelburg. Ook vandaag liepen massa’s mensen door deze straat, wat tegenwoordig de winkelstraat van Middelburg is. Hoeveel van die bezoekers zullen weten dat er zulk een belangrijk persoon voor het ontstaan van de huidige Nederlanden hier woonde? Ik moet eerlijk bekennen, ook ik niet.

 

Nadat Willem van Oranje te Delft was vermoord, stond zijn toenmalige echtgenote Louise de Coligny voor een moeilijke keuze. Ze wilde weg uit Delft. De herinnering aan de moord op haar man aldaar was te sterk. Waar vlucht ze heen? Ze kon voor heel Europa kiezen, maar precies… ook zij koos voor Zeeland. Zij nam, met haar kinderen, weer intrek in de Abdij van Middelburg.

 

Welke Oranje het ook betreft, allen zijn altijd welkom geweest in Zeeland. Ook voor de Oranjes wisselen de tonelen, maar Zeeland blijft de bühne! Alle Oranjes die regeren bij de gratie Gods, zijn als aardse vorsten, ook de Zeeuwse vorst!

 

Die over ons regeeren zou,
Aan onze vrijheid zijn wij trouw.

 

Vrijheid… dat is waarom ik in Zeeland woon. Ik kan hier uit gaan waaien op het strand, ik kan hier tegen de wind in gaan fietsen op de dijk. Vrij ben ik in het belijden van de Godsdienst, vrij ben ik in het naar voren brengen van mijn mening en standpunten. Ik mag vrij kiezen op de partij die ik liefheb, ik mag mijn stem vrij laten klinken door de kerken van Zeeland.

 

Maar, ook wij Zeeuwen zijn op 1 punt allen gelijk en niet vrij. Ook wij leven onder de ban van de zonde. God geve dat alle Zeeuwen en u die dit leest, bevrijd mogen worden van dit juk en deze ban. Dat wij dan ook waarlijk vrij mogen zijn. Want dan zullen alle stedelingen bloeien, zal Zijn naam en roem groeien, en zullen alle nageslachten, wij en de kinderen ons gegeven, een schat van zegeningen ten erfdeel zijn.

De stedelingen zullen bloeien,
Gelijk het malse kruid.
Zijn naam en roem zal eeuwig groeien;
Ook zal, eeuw in, eeuw uit,
Het nageslacht Zijn grootheid zingen,
Zolang het zonlicht schijn',
Hun zal een schat van zegeningen,
In Hem, ten erfdeel zijn.

 

Epiloog

Aan het einde gekomen van dit drieluik las ik net het geschrevene terug. Vele uren voorbereiding en schrijftijd zitten hierin. Ik wilde een persoonlijke blik werpen op Zeeland en bemerk dat ik dit meer gedaan heb dan ik mij voorgenomen had.

 

Graag wil ik nog wel benoemen dat ik, denkend aan het Zeeuws volkslied, een dubbel gevoel overhoud. Hoe mooi de tekst ook is en hoeveel associaties ik ook ermee kan maken, één ding ontbreekt. In tegenstelling tot het nationale volkslied Het Wilhelmus, wordt Gods naam niet genoemd.

 

Het volkslied van Zeeland lijkt vooral gericht op het eergevoel van de Zeeuw. Het is een ode aan de Zeeuwen die faam verwierven, een ode aan de standvastigheid van de Zeeuwen. Maar vergeten wij dan niet iets?

Vergeten wij dat Hij voor ons en onze vaderen gezorgd heeft? Dat alles wat hier in Zeeland gebeurd is door Zijn hand geschied is?

 

Hij geeft dat Zeeland bij Nederland mag horen…

Hij geeft dat de band tussen Zeeland en Oranje tot in lengte van dagen er mag zijn…

Hij geeft de boeren dat ze hun gewassen jaarlijks kunnen oogsten…

Hij geeft dat de vissers de netten met vis de havens in mogen brengen…

Hij geeft dat alle toeristen hier mogen genieten van de schone natuur en mogen onthaasten…

Hij zorgt dat u en ik vanmorgen mochten ontwaken in vrede…

 

Hij zorgt voor ons allen. Ook voor Zeeland. Al tergen wij Hem dan ook zo sterk, Hij heeft gezorgd voor ons voorgeslacht, voor ons, en zo de HEERE wil en wij leven zorgt hij ook voor ons nageslacht. Kan ik deze lofzang op Zeeland dan niet beter afsluiten met een lofzang aan Hem? Want:

Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen;
Men loov' Hem vroeg en spâ;
De wereld hoor', en volg' mijn zangen,
Met Amen, Amen na.

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.