Interview: De Schilder

Gepubliceerd op 18 juni 2021 om 17:00

Dit artikel is onderdeel van de serie interviews. Om dit artikel te schrijven heeft de auteur een interview gehouden bij de beschreven persoon/personen. Zijn/haar/hun verhaal is samengevat. Graag wil de auteur erop wijzen dat reacties op dit artikel geen kwetsende of beledigende opmerkingen jegens de geïnterviewde(n) mag bevatten.

 

De avondklok is over. Een goed moment om weer een interview te gaan houden. Met inachtneming van de Corona regels stap ik, tegen de klok van 20.00 uur, een 100-jaar oude woning binnen in Aagtekerke. Hier woont Cees, een bevlogen schilder die ik nu zo’n twee jaar ken. In die tijd ben ik al aardig wat wijzer geworden van de mogelijkheden die er zijn op het gebied van verf en de nieuwtjes uit de verfwereld (voor ik Cees kende had ik nog nooit van verf met titaniumwit gehoord). Waar de gesprekken voorheen toevallig tot stand kwamen, is dat vanavond anders. Ik loop met een vragenlijst naar binnen en neem plaats op de bank.

 

Er is goed voor ons gezorgd vanavond. De vrouw des huizes serveert thee en gebak. Ik heb mij voorbereid en ben er klaar voor. Ik had echter niet kunnen vermoeden dat het een avond vol met wijze lessen zou worden. Tussen de happen door, begin ik met de eerste vraag en ga ik op zoek naar de schilder (en zijn streken)…

 

“Mijn handen beginnen soms te jeuken als ik door een stad loop en slecht onderhouden kozijnen zie” – Cees

 

Het is alweer 30 jaar geleden dat Cees geboren werd. Als de Benjamin van de familie groeide hij op in het dorp, en veel van de verhalen daarover zijn waar. Hij speelde soldaatje met zijn vrienden, hij stookte met regelmaat een vuurtje, hielp zijn vader in de tuin, hij speelde met Siku’s! Siku’s? Als stadsjongen kijk ik hem vragend aan. Wacht, ik laat het zien! Cees spurt weg, gerommel weerklinkt, en niet veel later keert hij terug met twee tractoren in zijn handen. Dit zijn Siku’s! Weer wat geleerd.

 

Cees had als klein ventje de droom om piloot te worden. Regelmatig was hij te vinden op Midden-Zeeland (vliegbasis). Hij droomde ervan om, aan de knuppel van zijn sportvliegtuig, op te stijgen in het grote blauw. Maar de droom viel, door een uitspraak van een piloot, in het water. “Om te kunnen vliegen moet je vooral goed kunnen rekenen!” Dat zag de kleine Cees niet voor zich.

 

Cees werd ouder en groeide nog steeds op in Aagtekerke. Het vuurtje stoken bleef, maar de andere bezigheden veranderden in PC’s in- en uit elkaar schroeven (toen kon dat nog), helpen bij de boer en crossen met de scooter. Daarnaast begon Cees op de bouwtechniekopleiding steeds meer interesse in het vak van schilder te krijgen. Wat hier zeker bij hielp was het goede voorbeeld wat hij had aan zijn vader die lange tijd het werk van schilder uit mocht voeren.

 

“Als de schilder niet was geboren, was de timmerman verloren!” – Cees

 

Na de middelbare school is Cees aan de slag gegaan als schilder en heeft hij ook de benodigde papieren gehaald. Wat het vak van schilder inhoudt? Precies wat u verwacht! Oude verf afhalen, nieuwe verf aanbrengen. Cees is nog elke dag blij met het werk wat hij uit mag voeren en ervaart veel positieve dingen:

  1. Het geeft voldoening: “Ik vind het super om te zien dat wij als schilders echt het verschil maken. Je ziet bij elke meter die je schildert de boel opknappen. Waar ik vooral blij mee ben is dat de klant tevreden is met mijn werk. Hun blij, ik blij!”
  2. Het is een lichamelijk goed uit te voeren beroep: “Af en toe zitten wij op onze knieën, soms moeten wij wel eens iets zwaars tillen, maar de meeste tijd is het lichamelijk geen zwaar werk. Dit is werk wat je lang uit kan blijven voeren.“
  3. Het werk past zich aan naar het weer: “Daardoor ben ik lekker binnen als het ’s winters koud is of regent, en ben ik buiten bezig als het zonnetje schijnt zomers.”

 

Het grootste voordeel vindt de schilder dat hij als laatste op de plaats van de bouw komt. Waar de timmerman, stukadoren en alle andere hun werk onaf achter lieten, komt hij als schilder de puntjes op de i zetten, de finishing touch aanbrengen. Hij is de laatste in een lange rij van ambachtslieden en ziet daardoor het uiteindelijke resultaat. Of, zoals Cees zou zeggen: “Als de schilder niet was geboren, was de timmerman verloren.”

 

Als ik vraag naar de negatieve kanten van het beroep wordt het een stuk lastiger om een antwoord te krijgen. Cees ziet ze bijna niet. Toch zijn ze er wel… Wij hebben te maken met veel stof. Ondanks de verbeterde technieken krijg je hier echt wel eens wat van binnen. Dat zijn vaak niet heel gezonde stoffen.

 

Ondanks dat Cees gepassioneerd over zijn werk vertelt, vraag ik mij hardop af of het werk nog uitdaging geeft na een tijdje. Cees geeft toe dat dit niet zo is. “Toch heb ik het naar mijn zin en zijn de voordelen die ik eerder noemde groot, waardoor ik met plezier naar mijn werk ga. Ik ga voor de klanten die dankbaar en blij zijn met het resultaat. Dat blijft mij zoveel voldoening geven… Ik haal mijn uitdaging misschien niet uit mijn werk, maar dat compenseer ik in mijn vrije tijd. Daar ben ik fanatiek in mijn tuin aan het werk, daar ben ik druk met mijn gezin, daar heb ik nog veel meer andere uitdagingen.”

 

“Bespaar niet op de schilder, als u de stukadoor en de timmerman hun werk al heeft laten doen. Het zou jammer zijn dat u niets meer van hun mooie werk kunt zien als de verf verkeerd is aangebracht!” - Cees

 

Hoe gek Cees van zijn werk is blijkt al snel. “Als ik door een stad dwaal check ik, volledig onbewust, hoe kozijnen zijn geschilderd, wat de kwaliteit is van het schilderwerk, hoe goed iets onderhouden is. Dan zie ik soms kozijnen afbladderen, verkeerd kleurgebruik, enz. Dan beginnen mijn handen soms te jeuken”

 

In Nederland kennen wij een beperkt kleurgebruik in de beschildering van onze woningen. Oud Hollands groen, blauw en rood worden afgewisseld met zwart en wit. Veel meer kom je niet tegen. Is dat niet saai voor de schilder? “Nee, saai is het niet. Je komt wel eens huizen tegen waar alleen grijs wordt gebruikt, een accentkleur zou daar wonderen kunnen doen! Maar saai vind ik het niet. Wel zou ik graag nog eens in bijvoorbeeld een Scandinavisch land willen werken. Dat lijkt mij wel gaaf, al die verschillende kleuren huizen die daar staan…”

 

Ongemerkt is het gesprek weer op kleurgebruik terecht gekomen. Iets waar een schilder dagelijks mee bezig is. Ondanks dat wij dingen vaak zwart-wit zien, zijn er meer kleuren die het vermelden waard zijn. Ik wil dan ook graag afsluiten met een laatste wijze les van de schilder:

“In mijn kleurenwaaier lopen de kleuren van zwart naar wit. Daartussen zitten alle kleuren die men zich maar kan bedenken. Die kleuren zijn, naast het zwart en wit, ook geschapen. Laten wij dat nooit vergeten!”

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.