Altijd is Kortjakje ziek

Gepubliceerd op 9 april 2021 om 17:00

Het is alweer even geleden, maar een tijdje terug heb ik een artikel geschreven over het kinderliedje Vader Jacob. Naar aanleiding van dat artikel kreeg ik de vraag: “Leuk om te horen wie Vader Jacob is en waarom hij slaapt, maar hoe zit dat dan met Kortjakje? Waarom is zij ziek?” Die vraag kon ik natuurlijk niet aan mij voorbij laten gaan.

 

Voor ik onderzoek doe naar de herkomst van een liedje zet ik altijd eerst mijn eigen gedachten op een rij. Hierdoor kun je verbaasd worden door de uitkomst van je eigen onderzoek. En waar kun je dan beter beginnen dan bij de tekst van het welbekende liedje:

Altijd is Kortjakje ziek

Midden in de week maar zondags niet

Zondags gaat zij naar de kerk

Met een boek vol zilverwerk

Altijd is Kortjakje ziek

Midden in de week maar zondags niet

 

Het liedje gaat over Kortjakje, een vrouw. Ik stel mij voor dat ze een mager, klein, iel vrouwtje met ingevallen wangen is. Wit is de kleur van de huid door het gebrek aan zonlicht. Ze is ziekelijk en moet bedrust houden. Zes dagen in de week ligt ze daar, maar op zondag richt ze zich op. Dan kleedt ze zich netjes aan, zet een muts op het hoofd en begeeft zich ter kerke. Langzaam, met onvaste stappen, maar ze gaat. Waardig betreedt ze het kerkpad. Haar kleding doet vermoeden dat ze niet rijk is, nee, ze behoort tot de minderbedeelden van de maatschappij. Onder haar arm klemt ze echter een kostbaar bezit. Een Bijbel, beslagen met zilverwerk. Het stuk zal waarschijnlijk uit een erfenis komen. Het is iets waar ze geen afstand van wil doen. Niet zozeer vanwege het zilverwerk, maar des te meer vanwege de inhoud. Dat is ook waarom ze zich op zondag opricht en zich ter kerke begeeft.

 

Toch… als je de tekst goed leest begin je je af te vragen hoe christelijk ze zich eigenlijk gedraagt. Is het niet een beetje heel toevallig dat Kortjakje heel de week ziek is en dan op zondag opeens weer beter is? Probeert ze niet gewoon onder werken uit te komen? Is de laatste zin misschien spottend bedoeld?

 

Tijd voor onderzoek. Ik ga eerst op zoek naar ‘Twinkle, twinkle, little star.’ Het is een Engels slaapliedje op dezelfde wijs. Het blijkt dat er veel meer composities te vinden zijn die deze wijs hanteren. Ik laat de wijs dan ook maar rusten en focus mij verder op de tekst.

 

Wie onderzoek doet naar de herkomst van de tekst komt snel uit bij de Nederlandse Liederenbank. Deze encyclopedie bevat de oudste versie van de tekst van dit volksliedje. Dit leert ons dat (in tegenstelling tot bijv. Vader Jacob) er geen sprake is van een vertaling van een andere taal. De oudste tekst bestaat uit maar liefst 7 coupletten. Ik stel voor ze kort door te nemen om het beeld over Kortjakje duidelijk te maken. Hierbij zal ik herhalingen in de tekst schrappen.

Overigens… dit is geen materiaal voor kinderen!

 

Couplet 1:

Kortjakje zeer hups en fijn,

Js de meeste tijd beschonken,

Kortjakje mag geen Brandewijn,

Maer het moet Jannever zijn,

Altijd is Kortjakje ziek,

Midden in de Week en Zondags niet,

Dan gaet zy haer hert versterken,

Midden in de week wil zy niet werken,

Atijd is Kortjakje ziek,

Midden in de week en Zondags niet.

 

We moeten ons beeld over de nette christin direct bijstellen… dat lijkt ze toch niet echt te zijn. Er vallen mij direct een paar dingen op:

 

Kortjakje zien wij als haar naam, maar dat is het niet. Er doen verschillende verhalen de ronde over de betekenis van de naam. De meest aannemelijke in mijn ogen is deze:

Kort: klein glaasje sterke drank (in dit geval jenever)

Jakje: Een synoniem voor duivel

Kortjakje: een drankduiveltje.

(Waarom ik dit de meest plausibele betekenis vind, blijkt ook uit de rest van de coupletten.)

 

En opvallend genoeg… hoe weinig geld men ook kan hebben… drinken blijkt altijd te kunnen. Het is een probleem van alle tijden. Kortjakje lust er ook wel één en ze heeft zelfs voorkeur; brandewijn hoeft ze niet, geef haar maar jenever! Dat is de reden dat ze de hele week ziek is, ze is dronken. Maar op zondag niet, dan laat ze de drank staan en kan ze opknappen. Was haar 6-daagse werk zo gruwelijk dat ze naar de fles greep?

 

Couplet 2:

Kortjakje heeft hier op let,

De Ring al van haer hand genomen,

En die heeft die dronke slet,

By Jan-Oom te pand gezet,

 

In couplet 2 verslechtert het beeld wat ik had van Kortjakje nog verder. Wij zouden kunnen stellen dat Kortjakje een groot probleem heeft, ze is verslaafd. Om aan de drank te komen heeft ze een ring naar Jan-Oom gebracht. Dit is een lommerd, iemand waar je spullen kunt brengen om geld te krijgen. Dat geld is voor haar noodzakelijk om aan drank te komen.

 

Couplet 3:

Kortjakje is vroeg opgestaen,

En zy is met radde kooten,

Na de Markus Brug gegaen,

De Jongers volgden agter aen,

Daer vond zy 't Raedhuys bescheten,

Dat kon Ragel niet op eeten,

Daerom is Kortjakje ziek,

Midden in de week en Zondags niet.

 

Kortjakje heeft zich dus vroeg in de ochtend naar de Markerbrug gespoed. De brug waarover hier gesproken wordt bevond zich in het centrum van Amsterdam. Deze brug bestaat inmiddels niet meer. Volgens de geschiedboeken was hier vroeger een secreet (= openbaar toilet). Wat ze daar precies moest, zo vroeg in de morgen, is niet helemaal duidelijk. Had ze de taak om het toilet schoon te maken of verleende ze bepaalde diensten in dat toilet? Ik neig naar het eerste. Hoewel Kortjakje door velen wordt beschreven als een dame van lichte zeden, vermoed ik dat zij gewoon naar haar werk gaat. Ze is toiletjuffrouw, zouden wij zeggen. Maar die mannen die achter haar aanliepen, hebben er een smerige boel van gemaakt, daar is Kortjakje niet blij mee.
Opvallend is ook dat wij hier haar werkelijke naam tegenkomen: ‘Ragel’ (Tegenwoordig: Rachel). Dit is een Bijbelse naam. Het vermoeden bestaat dat het dus een afstammeling van het Joodse volk betreft.

 

Couplet 4:

Kortjakje zogt de Besemstok,

En begon op de Jongers te vloeken,

En zy sprak hou toe jou bek,

Of ik bruy jou op de Nek,

 

Kortjakje is zeker geen nette christin, dat is nu wel zeker. Ze vloekt erop los, ze is grof in de mond (een mens heeft een mond, geen bek) en ze is van plan erop los te slaan (bruy = slaan). Hoe durven de mannen het toilet, haar toilet zo achter te laten?

 

Couplet 5:

Loop jou honden voor de pest,

Of de duyvel zal jou halen,

Want ik geef je aers de rest,

Sprak Kortjakje op het lest,

Valderappus wil niet trouwen,

Maer zy begint met Pluggen t'houwen,

 

Kortjakje is nog niet uitgefoeterd, ze gaat nog even door. En hoe? De honden lusten er geen brood van. Ze schuwt niet om de duivel erbij te halen…

Wat een armoe eigenlijk. Maar is dat ook niet een groot manco van onze tijd? Velen kunnen niet de woorden vinden om zich uit te drukken, wat resulteert in het vele gebruik van krachttermen, vloeken, onjuist gebruik van Gods naam…

Valderappus is haar ‘achternaam’. Tenminste… zo noemt zij zichzelf. De term staat symbool voor de laagste rang in het maatschappelijke systeem, het gespuis van de straat zeg maar. Daar hoort Kortjakje inmiddels wel bij, zeker ook omdat ze niet wil trouwen. Haar ring heeft ze al verpand. (Zou het een verlovingsring zijn geweest? )

Wel is ze van plan om (zo beschrijft de tekst) met ‘pluggen’ het te gaan ‘houden’. Oftewel: met andere schuinsmarcheerders de lakens te delen. Daarnet schreef ik: ‘Ik geloof niet dat het een prostituee is’ en daar blijf ik bij. Dit is namelijk niet tegen betaling geweest, maar het geschiedde puur voor het genot/als tijdverdrijf/tegen de eenzaamheid. De armoe wordt steeds groter…

 

Couplet 6:

Kortjakje heeft met boosheyd groot,

Een steen in haer hand genomen,

En sy sey by ***,

Daer mee bruy ik jou strak dood,

 

***De oorspronkelijke tekst bevat een bastaardvloek.

 

Dacht u dat het niet meer erger kon? Ik heb slecht nieuws. Kortjakje is boos en dat zullen de mannen weten ook. Ze staat inmiddels met een steen te zwaaien en uit doodsbedreigingen aan het adres van de mannelijke toiletgebruikers.

 

Couplet 7:

Die dit Liedtje heeft gedigt,

Die heeft een Janever gekregen.

Zy woont by Kortjakie digt,

’t Js Ragel Valderappus Nigt:

 

‘Van je familie moet je het maar hebben’ zou ik bijna zeggen. Volgens het laatste couplet is bovenstaand verhaal opgetekend door nichtlief. Ze kende Kortjakje (Ragel Valderappus) goed en heeft het voorval uit de eerste hand gehoord. Toch rijst bij mij de vraag waarom je een familielid op deze wijze zou willen bezingen, ze schetst immers een niet al te rooskleurig beeld. Of… vond Kortjakje het wel stoer, wilde ze dat dit verhaal doorverteld zou worden en ‘betaalt’ ze haar nicht voor het schrijven van dit lied met een fles jenever?

 

Tsja… van zo’n lied moet je even bijkomen. Tegenwoordig is er veel rommel te horen in de muziek, maar vroeger was het klaarblijkelijk niet anders. Aan de andere kant… het is uit het leven gegrepen. In het lagere milieu is het ruw en schunnig. Toen en nu.

 

Toch blijf ik met een vraag zitten… hoe kan het dat het liedje gemuteerd is van Kortjakje die erop los schold en sloeg naar een Kortjakje dat op zondag naar de kerk gaat met de Bijbel onder haar arm? Die twee Kortjakjes lijken niets met elkaar van doen te hebben, en dat klopt ook. Volksverhalen veranderen doordat ze mond op mond worden doorverteld. Elke verteller vertelt het verhaal op zijn manier en legt de nadruk op wat hij belangrijk vindt.

 

De huidige versie heeft echter wel raakvlakken met de rauwheid van de eerste versie: In coupletten 2 tot 4 lezen we:

Midden in de week wil zij niet wassen

Zondags strikt ze herendassen

Zondags dan gaat zij ter kerken

Midden in de week kan zij niet werken

Zondags als haar vrijer komt

Is Kortjakje goed gezond

 

Tijd voor een conclusie: Ik heb mijzelf verbaasd, want dat wij over deze Kortjakje zingen, dat wist ik niet. Het beeld van de christelijke Kortjakje die zich op zondag opricht om naar de kerk te gaan, dat is weg. Het beeld wat overblijft is dat van een arme vrouw (zowel materieel als geestelijk.) Het leven was hard voor haar, de keuzes die ze maakte waren verkeerd, maar kon ze anders? Wist ze beter?

 

Wij zullen er nooit achter komen. Wat ik wel weet: Laten wij bidden voor diegenen die in deze tijden in hetzelfde schuitje zitten, die ook geen uitweg meer zien uit de ellende. Voor hen die naar de fles hebben gegrepen en die nu gegrepen worden door de fles. Kent u zo iemand? Reik hem of haar dan de hand en help waar het kan.

En… schrijf er geen liedje over zoals de nicht van Kortjakje eens deed. Eén zo’n liedje in de geschiedenis van Nederland is wat mij betreft wel genoeg!

 

Johannes R

 

PS: Spreekt dit artikel je aan omdat je ook verstrikt zit in een net van slechte keuzes of verslaving? Dan hoop ik dat dit artikel je aanzet om hulp te zoeken.

Hoe het met Kortjakje is afgelopen weten wij niet, maar voor jou is het nog niet te laat!

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.