Interview: de Boer

Gepubliceerd op 19 februari 2021 om 17:00

Deze blog is onderdeel van de serie interviews. Om deze blog te schrijven heeft de auteur een interview afgenomen bij de beschreven persoon/personen. Zijn/haar/hun verhaal is samengevat. Graag wil de auteur erop wijzen dat reacties op deze blog geen kwetsende of beledigende opmerkingen jegens de geïnterviewde(n) mogen bevatten.

 

Het is rond koffietijd als ik, voor mijn tweede interview, de boerderij binnen stap bij Jaco. De geur van koffie komt mij al tegemoet. Een heerlijke kop koffie wordt geserveerd met daarbij een (door de vrouw des huizes) versgebakken stukje walnotencake. Het is de opmaat naar een gezellig gesprek.

 

Het is niet voor niets dat ik hier op deze boerderij ben. Ik wil mij vandaag gaan verdiepen in het boerenleven… ik wil wel eens weten wat er achter de muren van de oude boerderij schuil gaat. Ik wil wel eens weten hoe het leven op een boerenerf eraan toe gaat. Want hoe word je boer?

 

Het is de eerste vraag die ik Jaco stel. “Mijn vader was boer, ik ben hier op het erf geboren. Ik ben van kinds af aan er altijd al mee bezig geweest, dus het is eigenlijk vanzelf gegaan.” Bij mij reist de vraag direct of Jaco nooit nagedacht heeft over andere vakken, om het boerenleven achter zich te laten. Het blijkt zo te zijn, maar uiteindelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan en wilde hij in de voetsporen van zijn ouders treden en het bedrijf overnemen. Dit blijkt tot vreugde van zijn ouders te zijn geweest.

 

Jaco heeft een relatief kleine boerderij. Hierdoor is het voor hem noodzakelijk om, naast zijn werk als boer, ook in loondienst voor een werkgever te werken. Beide taken zijn goed te combineren. “Het liefste zou ik alleen boer zijn, maar aan de andere kant; door mijn werk heb ik wel meer sociale contacten.”

 

Het is geen doorsnee boerderij, het bedrijf is zowel een agrarisch- als veeteeltbedrijf. Op het erf staat een koeienstal met hierin een aantal fors gebouwde dames en heren.

 

Eerst maar eens inzoomen op de agrarische kant; hij verbouwt verschillende gewassen: tarwe, bieten, enz. Ik vraag hem wat de uitdagingen zijn. “Er kan zoveel fout gaan. Te veel water, te weinig water, te veel kunstmest waardoor blad verbrand, ongedierte in de grond, ziektes in de gewassen…”

Maar zijn de risico’s bij het houden van dieren dan kleiner? “Nee, dat zeker niet. Als een koe ziek wordt dan kost mij dat in één keer veel meer (groter risico), dan dat er een aantal planten geen vrucht voortbrengt.”

 

Wat het allerleukste aan zijn vak is? Het zijn van die vragen waar je moeilijk een antwoord op kan geven. Toch staat er één moment bij hem bovenaan: “Het moment dat ik de gewassen kan oogsten en zie dat mijn werk gezegend is. Dat moment van het binnen halen van de oogst blijft voor mij het bijzonderst.”

 

Ook het vak van boer staat niet stil en verandert met de tijd mee, zo is er een steeds groter wordende administratieve verplichting. Dit probeert Jaco tot het minimum te beperken. “Ik ben liever buiten of bij de koeien.”

De nieuwste ontwikkelingen krijgen de boeren in 2021 aangereikt via web seminars en vakbladen, zodat ze ook op gebied van wetgeving, technische ontwikkeling en andere zaken up-to-date blijven.

 

Wij kunnen in ons gesprek niet voorbij gaan aan de actualiteit. Boeren zijn veel in het nieuws geweest de laatste tijd. Recent hielden ze relschoppers tegen die demonstreerden tegen de avondklok en iets langer geleden trokken ze massaal onder de vlag van #trotsopdeboer naar Den Haag om daar te protesteren tegen de wetgeving omtrent de stikstofuitstoot. Een wetgeving die alle boeren raakt. Wat vindt Jaco daarvan? “Ik ben het niet eens met het feit dat er gedemonstreerd wordt, maar begrijpen doe ik het zeker. De wetgeving is voor ons niet fijn. Wij doen ons best, maar wij worden soms niet goed betaald voor ons werk. Als je daar dan ook nog op moet gaan letten…
En sommige dingen begrijp ik ook niet. Waarom importeer je aardappels uit verre landen als die ook gewoon in Nederland worden verbouwd. Zijn onze aardappels niet goed genoeg? Dat er dan aardappels voor een sorteercentrum worden gestort, dat begrijp ik wel.”

 

Ook wil ik het graag even met hem hebben over een programma wat jaarlijks op de Nederlandse televisie wordt uitgezonden. Wij zijn beiden geen tv-kijkers, maar toch vraag ik het mij af: “Is een programma als ‘boer zoekt vrouw’ nu echt noodzakelijk?”

“Het is zo dat wij als boeren weinig mensen tegenkomen. Al van jongs af aan helpen wij mee op de boerderij. Dan ga je uit school niet ergens hangen met vrienden, maar helpen met de dagelijkse bezigheden. Hierdoor heb je minder contacten dan anderen, maar dit ligt ook een beetje aan jezelf. Ik denk dat 99% van de boeren via de normale wegen een relatie krijgt, het is maar 1% wat je op tv te zien krijgt.”

 

Een fulltime job, werkzaamheden als boer; heeft een man als Jaco nog wel tijd om te ontspannen naast alle ‘verplichte’ werkzaamheden? “Ja hoor, zeker wel. In de oogsttijd maak ik lange dagen en blijft er nagenoeg geen tijd over, maar in de winterperiode is er tijd genoeg om andere dingen te doen.”

 

Eén van die zaken zal ongetwijfeld het spelen zijn met de twee jongens die inmiddels ook in de kamer aanwezig zijn. Automatisch moet ik denken aan het begin van het gesprek: “Hoop je dat deze jongens het stokje van je over zullen nemen en in je voetsporen zullen treden?” Zijn antwoord luidt: “Ja, dat zou echt heel mooi zijn. Dat het bedrijf in de familie blijft en in het nageslacht. Maar, mochten mijn zoons iets anders willen gaan doen, dan mag dat ook hoor. Het is geen verplichting.”

 

De tijd vliegt als je zit te praten. Om af te ronden stel ik de vraag: “Wat hoop je voor de toekomst?”

“Ik hoop dat ik in de toekomst nog wat land aan kan kopen en kan groeien. Dat ik daar ook andere groenten op kan gaan verbouwen. Dat zou ik mooi vinden, om zo nog meer tijd te kunnen steken in het boer zijn.”

 

Het interview zit erop. Wij staan op van de tafel. Nadenkend over de woorden die ik zojuist hoorde loop ik naar buiten. Voor ik mijn auto instap vraagt Jaco of ik nog even met hem meeloop, hij moet de koeien nog verzorgen. De tijd dat ik in de schuur met hem sta te praten en naar hem sta te kijken, leer ik misschien nog wel het meest over het boerenleven.

 

Geroutineerd verdwijnt het voer in de voedselbakken, wordt de vloer aangeveegd. De winterwind waait door de half openstaande deur naar binnen. De koeien staan smakelijk te kauwen op datgene wat ze voorgeschoteld krijgen. Jaco heeft geen last van de kou, houdt zijn dieren goed in de gaten, geeft het kalfje een aai over de bol, en probeert ondertussen zijn oudste zoon ook nog in de gaten te houden die al aardig van aanpakken weet.

 

‘Eten!’ Klinkt het. Wij nemen afscheid en ik ga terug naar huis.

 

Na een uur in een koeienstal te hebben gestaan, is dat duidelijk te ruiken. Ik spring in de douche en sta nog na te denken over alle indrukken van vanmiddag. Vaak worden boeren gezien als simpele zielen, zonder opleiding die een hele dag op het land bezig zijn, niet verstaanbaar door het plaatselijke dialect. Niets is minder waar:

 

Een boer is misschien wel beter ontwikkeld dan de beste studiebollen die er in ons land rondlopen. Hij moet meebuigen met de dagelijkste uitdagingen die op hem afkomen, is afhankelijk van de natuur, heeft de zorg voor gezin, dieren en planten. Werkt soms bijzonder lange dagen, en dat allemaal voor een relatief kleine beloning. Maar hij doet het, omdat het hart op de juiste plaats zit.

 

Zonder onze boeren zouden wij geen brood op de plank hebben, geen glas melk om te drinken, zouden wij geen stuk vlees of een appel kunnen eten. Zullen wij daarom allen, regering en inwoners van Nederland, TROTS zijn OP ONZE BOEREN?!

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.