Nieuwe Wereldwonderen - Chichén Itzá

Gepubliceerd op 20 november 2020 om 17:00

Deze blog is onderdeel van de serie Nieuwe Wereldwonderen. In 7 delen bespreek ik, op geheel eigen wijze, elk wereld wonder.

 

“Eindelijk, ik hoor de eerste vogels fluiten in de jungle. Mijn naam is Quetzocoatl en ik ben 7 jaar oud. Ik leef in 987 na Christus, in Yucatán, de hoofdstad van het Maya-rijk. Onze hut staat buiten het centrum. Hier leef ik met mijn vader, moeder en zusje. Normaal slaap ik ’s nachts altijd wel lekker, maar vandaag niet. Het is voor ons allemaal een spannende dag.

 

Dagelijks ga ik, samen met mijn vader, naar ons stuk land. Daar help ik mijn vader met het verbouwen van mais en bonen. Maar sinds een paar weken heeft mijn vader ruzie gekregen met de andere landeigenaren. De ruzie is steeds verder opgelopen, vandaag zal er om gestreden gaan worden.

 

Langzaam zie ik de eerste zonnestralen door het dak van de hut naar binnen komen. Gisteren hebben de priesters nieuwe offers gebracht aan Venus. Venus is ons vast goed gezind. Al snel word het warm en klam. Het zweet drupt al van mijn gezicht.

 

Als ik mijn ogen open doe zie ik mijn moeder aan vader zijn ontbijt aanbieden met neergeslagen ogen. Vandaag is het een extra stevig ontbijt, omdat vader sterk moet zijn. Avocado’s, maiskoeken en chih (alcoholische drank van agave.) Vader heeft zijn gezicht rood en zwart geverfd, hij moet vandaag winnen. Als vader zijn ontbijt op heeft, loopt hij zonder nog een woord te zeggen de hut uit. Ik loop achter hem aan en kijk hem na. Hoger en hoger klimt hij de berg op. In de verte zie ik een priester staan, helemaal in het blauw. Langzaam klimmen ze samen de berg op.

 

Daarboven ligt Chichén Itzá. Het tempelcomplex omvat verschillende gebouwen. Vader gaat vandaag ulama spelen, een balspel. Als hij wint dan zal het land van ons blijven, als hij verliest zal hij worden geofferd aan de goden. Dan ben ik vanaf morgen de man in huis en zal ik op zoek moeten naar een nieuw stuk grond, waarop ik mais en bonen ga verbouwen, zodat mijn moeder, zusje en ik kunnen eten.” ~ Quetzocoatl

 

“Maandagmorgen 7 uur, mijn wekker gaat. Snel druk ik hem uit. Ik was al een tijdje wakker, maar doe nog of ik slaap. Mijn naam is Peter, ik ben 11 jaar oud. Ik ben al een tijdje wakker en lag nog na te denken over de woorden die de dominee gisteren uitsprak toen er gecollecteerd werd; u kunt uw offeranden bij de uitgang in de zakken deponeren. Offeranden; die offers zijn wel veel veranderd sinds de tijd van de Bijbel zeg.

 

Vandaag mag ik weer naar school. Ik hoor mam beneden al druk in de weer met de ontbijttafel. Nog even lekker blijven liggen, zo lang het kan. “Peter, kom je eruit? Je moet zo naar school!” “Ik, kom mam!” Snel was ik mijzelf en kleed mij aan.

 

Als ik de trap afloop zie ik pa en ma al aan tafel zitten. “Morgen jong!” klinkt het uit de mond van pa. Kom snel zitten, dan gaan wij ontbijten. Na het bidden gaan wij eten; een boterham met kaas en een boterham met hagelslag. Mmm, heerlijk!” Tijdens het ontbijt begint het te regenen. “Weet je Peter, ik breng je wel even naar school. Dan hoef je niet te lopen! Blijf je nog lekker droog ook” zegt vader. “Mazzelaar” knipoogt moeder mij toe.

 

Na het eten trek ik snel mijn jas aan en brengt pa mij naar school. Daar zwaai ik hem uit. Tot vanavond!

 

De schooldag vliegt voorbij. Na school loop ik naar huis, waar moeder al staat te wachten met een lekker glas fris. Rond 17.00 uur komt pa thuis. Ik hoor de auto stoppen. “Hey, was jij er al? Weet je Peter, morgen ben ik vrij. Wat zeg jij ervan dat wij, als je uit school komt, een potje gaan voetballen?” Dat is gaaf. Natuurlijk ga ik proberen pa te verslaan.” ~ Peter

 

2 verschillende jongens… 2 verschillende plaatsen… 2 verschillende tijden…
Maar wat is nu een groter wonder? Dat de Maya’s een tempelcomplex konden bouwen hoog op een vulkaan, of dat Peter zijn vader die avond thuis kwam?

 

Ik besef… het zijn 2 totaal verschillende zaken, toch neig ik naar het tweede. Volgens de beschikbare cijfers telde Nederland in 2019 in het totaal 661 overlijdens naar aanleiding van een verkeersongeluk. 661 mannen, vrouwen en kinderen gingen ’s ochtends de deur uit, zeiden ‘Tot vanavond’ maar kwamen nooit meer thuis terug.

 

Is het dan geen wonder dat wij tot nu toe thuis binnen stapten? Is dat niet pure genade? Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar in mijn ogen is dat het zeker niet. Dat wij met nog meer aandacht mogen bidden: “Behoed ons over de onveilige wegen als wij naar huis gaan.” Want elke keer als wij dan de deur van ons huis openen is er in mijn ogen weer een wonder gebeurd!

 

Bovenstaande verhalen zijn fictief. De auteur heeft getracht de feiten zo goed mogelijk te beschrijven aan de hand van research en factchecking.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.