De beste wensen?

Gepubliceerd op 10 januari 2025 om 17:00

Wie meerdere keren aan Google of Siri vraagt: “Tot wanneer mag je elkaar de beste wensen geven?” wordt geconfronteerd met verschillende antwoorden. De ene keer lees je dat het mag tot de zondag van de tweede week van januari (dit jaar 12 januari), terwijl een ander antwoord Driekoningen (6 januari) als de uiterste datum aangeeft.

 

Wie deze weken iemand tegenkomt roept het nagenoeg direct: “De beste wensen!” waarop de ander wordt geacht: “Dank je en hetzelfde gewenst” uit te spreken. Al dan niet met een stevige handdruk erbij. Eén van de weinige voordelen van een virus wat rondgegaan is kunnen wij wel het feit noemen dat er tegenwoordig niet standaard meer drie stevige zoenen op de wang bij horen, afgewisseld met 1 zin die in 4 delen is gebroken om het moment dat de lippen de wang raken te onderbreken, geheel volgens de daarbij behorende etiquetteregels.

 

Wie zich niet onderwerpt aan deze algemene omgangsvorm aan het begin van het nieuwe jaar, wordt al snel als asociaal bestempeld, wat men in de volksmond een ‘hork’ noemt. Niemand wordt geacht zich aan deze traditionele begroeting te onttrekken.

 

Wie dat wel doet, krijgt het zwaar te verduren, en laat ik nu net tot die laatste groep behoren. Ik haast mij echter om te zeggen dat ik mijzelf niet beschouw als een asociaal persoon of een ‘hork’, maar ik laat de traditie graag aan mij voorbijgaan. Het liefst zou ik mij de eerste zes dagen van het jaar opsluiten met de gordijnen dicht.

 

De reden dat ik niet overga tot het uitroepen van ‘Gelukkig nieuwjaar!’ ligt voor mij echter niet in het feit dat ik geen contact wil hebben met anderen, zeker niet. Mijn reden ligt ergens anders. Want van al die wensen die wij mogen ontvangen, hoeveel zijn er daarvan oprecht? Ik vraag het mijzelf regelmatig af, zeker wanneer deze in een groepschat van de werkgever zo’n vijftig keer langskomen.

 

Is ‘de beste wensen’ niet verworden tot enkel een vorm van opening van het gesprek, een uiting van schone schijn, enkel omdat het moet? Helaas moet ik constateren dat dit vaak het geval is. Maar in hoeverre wensen we de ander echt een gelukkig nieuwjaar of Gods zegen toe?

 

En los van het feit dat ik mij ieder jaar opnieuw hardop afvraag waarom wij dit alleen aan het begin van het jaar doen (wensen wij elkaar enkel dan het goede?), merk je maar al te vaak dat de woorden niet geladen zijn met inhoud. Dan moet ik zelfs constateren dat ik met de ‘Gods zegen toegewenst’ een ijdel gebruik van Zijn naam hoor.

 

Toch… dit jaar is er iets veranderd. Waar ik uit mijzelf niet de beste wensen rondstrooi, werden ze wel naar mij toegebracht. Ik denk in het bijzonder aan hen die spontaan aan mijn voordeur verschenen en mij van harte de beste wensen gaven, aangevuld met woorden van vriendschap. Ik denk aan de appjes die ik mocht ontvangen en de woorden daarin die bij mij een brok in de keel teweegbrachten.

 

Dit jaar besef ik dat het uitspreken van de beste wensen naar elkaar een geschenk is aan het begin van het nieuwe jaar. Waar we er anders door de sleur van de dag niet aan toekomen, staan we dan stil bij wat we elkaar gunnen. Zeker bij hen die door liefdesbanden aan ons hart zijn verbonden. We benoemen dan van harte al datgene wat we de ander toewensen, nee, meer dan dat. We benoemen wat we de ander zo van harte gunnen. En dat kan meer zijn dan we onszelf zouden geven.

 

Dan breekt het hart aan het begin van het jaar open. Dan drukken wij de handen van familie en vrienden extra stevig, dan kijken wij hen met betraande ogen aan. Wij geven hen een klap op de schouder en drukken hen tegen ons hart. Dan klinkt het met een gebroken stem: “Van harte het beste gewenst voor dit jaar. Ik gun je meer dan ik je kan geven. Ik wens je zelfs meer toe dan ik mijzelf zou gunnen. Ja, ik wens je al het onmisbare toe. Maar bovenal: wat zou het een rijke zegen zijn als Gods zegen ons dit jaar mocht dragen! Want alleen dan wordt het een gelukkig nieuwjaar!”

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.