“Ik dacht nog zo, ik doe het niet meer, maar nu heb ik het weer gedaan.
Hopelijk komt niemand er ooit achter!”
Razendsnel wordt de verslaving verborgen. Er is niets gebeurd. Wat niet weet, wat niet deert. Maar, het is wel gebeurd! Zacht knaagt het stemmetje van je geweten je aan… verdriet is er over het gebruik, overtuiging dat het nooit meer voor zal komen tot, een week, een dag, een uur later… en het is weer gebeurd. Vanaf nu doe ik het nooit meer!
Verslaafd, een label wat niemand zichzelf wil geven. Maar wat komt het veel voor. En wat is er veel om verslaafd aan te raken. Vele soorten van genot worden ons op gouden presenteerschalen aangeraakt. Pleziermiddelen zijn alom tegenwoordig, gratis en betaald. Nederland is bij uitstel het land voor de genotsmiddelen. Op iedere hoek van de straat is er van alles te krijgen.
En daar gaat het mis. Het begint onschuldig, het wordt normaal en voor je er erg in hebt beheerst het je leven en kun je niet meer zonder. Dan is de weg terug afgesloten en draaf je voort op het pad van de verslaving.
Ik hoor u in gedachten zeggen: “Verslaving komt meer voor in de seculiere wereld dan in de reformatorische wereld. Waarom zou je daar een artikel over schrijven?”
Ik zal het u verklaren. Ook binnen reformatorisch Nederland is verslaving een groot probleem. Maar, waar er in de seculiere wereld openlijk over gesproken kan worden, ligt dat binnen de reformatorische wereld heel anders. Daar rust er een taboe op.
Laten wij eens beginnen bij de verslaafde zelf, of erken je het probleem nog niet? Valt het allemaal nog wel mee? Vertel eens; wat zegt je geweten? Of is dit inmiddels dicht geschroeid? Heb je het geweten moedwillig uitgeschakeld en maakt het allemaal niet meer uit?
En als je wel het probleem erkent; durf je er dan openlijk over te praten? Wat is de schroom hier, zeker binnen de reformatorische wereld, groot. En ook niet onterecht. Want je zult maar diegene zijn die openlijk toegeeft; ik ben verslaafd. Dan gaat er wat gebeuren.
Ten eerste op het kerkelijk vlak. U heeft de plicht om de verslaving (waar mogelijk) onder controle te krijgen. Pastorale hulp wordt geboden. Je naam gaat rond binnen de gemeente waartoe je behoort.
Dan is er de kring mensen die om je heen staat. Je gezin in de eerste plaats; zij krijgen het zwaar te verduren. Zij moeten leven met de wetenschap dat jij verslaafd bent. Je huwelijk komt onder druk te staan, je kinderen gaan anders naar je kijken, je ouders begrijpen niet wat ze ‘fout’ gedaan hebben…
De vrienden die je hebt willen niet met het label wat jij hebt gekregen besmet raken en verlaten je.
En dan al die anderen… Voor je gevoel kijken ze naar je. Fluisteren ze over je achter je rug om. En misschien nog wel het ergste zijn de blikken die er naar je geworpen worden. Ze kijken dwars door je heen en de afgunst is in de ogen te lezen.
Nee, het is niet makkelijk om te erkennen; “Ik ben verslaafd”, maar nog veel lastiger is de tijd erna. Je moet vechten om de verslaving de kop in te drukken en dat terwijl de wereld om je heen afbrokkelt.
Of is het anders? Slaan wij als omstanders onze armen om de verslaafde heen? Dat zou de Christen moeten doen. Niet veroordelen, maar steunen. Ik haast mij te zeggen; Niet omdat het uw Christelijke plicht is. Niet omdat u de verslaafde zielig vindt. Niet omdat u voor de buitenwacht een mooi plaatje wil schetsen.
Nee, als u een arm om de verslaafde heen slaat, doe dit dan in de wetenschap dat het u ook kan overkomen. Denk niet dat u sterker bent dan uw eigen wil, ook u zult het jammerlijk verliezen, want; zijn wij niet allen verslaafd? Verslaafd aan de zonde?
Ben jij diegene die het taboe doorbroken heeft en eerlijk voor de verslaving uitkwam? Wat dapper dat jij dit hebt durven doen! Ik hoop van ganser harte dat je een voorbeeld mag zijn voor hen die er nu mee te kampen hebben, maar dit nog niet in de openbaarheid durven te bespreken.
Al doen mensen je pijn, al hebben vrienden je verlaten, al is je leven ingestort; Jij hebt jouw doorn in het vlees onder ogen gezien. Jij hebt het taboe doorbroken. Jij probeert elke dag een stukje verder los te komen van de verslaving en daarmee verdien je een groot respect van ieder om je heen.
Nog één ding; Heb jij dit stuk gelezen en knaagt je geweten je aan? Heb jij te kampen met een verslaving? Zoek hulp! Ga met al die anderen die je voor zijn gegaan de strijd ermee aan! Laat het niet langer je leven beheersen.
Maar bovenal; Verslaafde, voormalig verslaafde, ‘niet’ verslaafde… wij hebben allen hulp nodig om van de ergste verslaving af te komen. Bid God om hulp, kracht en genezing!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties