“Goedemiddag, waarmee kan ik u helpen?”
“Hallo, ik bel voor een afspraak!”
“Dat kan, is het enkel om te knippen?”
“Nee, graag knippen en kleuren!”
Het klinkt als een heel normaal gesprek tussen de klant en de kapper. Het lijkt alsof hier enkel een belletje voor een onderhoudsservice wordt gepleegd en er een dienst wordt aangekocht. Toch gaat er achter dit gesprek een wereld schuil waarover niet altijd gesproken kan worden.
Seculier Nederland begrijpt nu naar alle waarschijnlijkheid totaal niet waar ik het over heb. Het haar kleuren is een hele normale bezigheid. Wil ik groen haar, dan moet ik dat kunnen beslissen. Wil ik liever een paarse hanenkam, wie houdt mij tegen? Grijs willen wij als wij jong zijn, een kleurtje als wij ouder zijn. Ben je liever een blondine als brunette, het kan geregeld worden. En dit is niet alleen een vrouwen ding, want (al horen wij er minder over) ook de man grijpt naar de kwast. Waarom zou je daar niet over mogen praten?
In Reformatorisch Nederland ligt dit toch heel anders. Het kleuren van het haar is omstreden. Want; waarom zou je dit doen? God heeft het lichaam geschapen, naar Zijn beeld. Krijg ik grijs haar, dan is dat Zijn bedoeling, redeneren wij.
Dat zeggen wij wel, maar hoe vaak kopen wij niet stiekem een pakje haarverf of rijden wij naar de kapper een paar dorpen verderop om het haar te laten verven?
Waarom praten wij er niet eerlijk over met elkaar? Waarom de angst iets te doen wat niet mag?
Want het lichaam mogen, nee, moeten wij verzorgen! Het is onze plicht. Ik hoor u in gedachten zeggen: “Maar verf is chemische troep”, dat klopt, maar is een tandvulling of prothese dat dan niet? Een ander hoor ik roepen: “Het is niet nodig. Enkel maar ijdelheid der ijdelheden volgens de prediker”. Nee, daar ben ik het niet mee eens. Daar gaat u te kort door de bocht.
Denk u eens in dat u, onder de 30, grijs zou zijn (geworden). Dan doet dat zeker iets met uw zelfvertrouwen en zelfbeeld. Als u hier onzeker door zou zijn en de psyche lijdt, mag u dan, nee, moet u dan uw haar niet kleuren? Want als u dat niet zou doen dan zou u het lichaam (waar ook de geest toe behoort) niet onderhouden.
En hen die door ziekte te kampen hebben met vroegtijdige grijsheid of haaruitval? Mogen zij ook het haar niet verven of een pruik dragen? Natuurlijk wel!
Wanneer is dan het moment om het grijze haar te omarmen? Het zal voor ieder anders zijn. Maar, wie zich grijs mag laten worden die weet; ik ben in het leven gespaard. Ik ben oud geworden en draag nu grijze haren. Ze zijn het sieraad van mijn ouderdom. Die grijze, steeds dunner wordende haardos, hij is mij tot vreugde!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties