De Twijfelaar

Gepubliceerd op 24 mei 2024 om 17:00

Het is zo’n bed waarvan je denkt, in je eentje verdrink je erin en met z’n tweeën past eigenlijk net niet. Het is zo’n bed waarvan je denkt; handig is hij eigenlijk nooit.

Over die twijfelaar gaat dit artikel niet.

 

Nee, dit artikel gaat over u en over mij. Over eenieder die wel eens twijfelt. En wie kan dan zeggen: ‘Dit gaat niet over mij?’

 

Want wie twijfelt er nooit aan de keuzes die hij/zij moet maken? Het begint al vroeg in de ochtend als de wekker afgaat. Klik je op ‘snoozen’ of sta je op?

En dan… wat neem je op de boterham? Zoet of hartig?

Daarna wacht het werk; ga je op de fiets of stap je in de auto? Elke keer dat je voor een keuze komt te staan slaat de twijfel toe. Je wikt en je weegt en je maakt de keuze.

 

Zijn de dilemma’s lastiger dan dit, dan maken wij een lijstje met plussen en minnen. Die strepen wij tegen elkaar weg of geven wij per punt een zwaarte en tellen wij bij elkaar op. De uitslag daarvan volgen wij, maar dan slaat toch de twijfel weer toe: ‘Heb ik de juiste keuze gemaakt?’

 

Wie veel twijfelt en niet tot een keuze kan komen, krijgt last van andere kwalen. Bij die persoon slaat de voortdurende twijfel om in stress. De twijfel leidt uiteindelijk tot hartkloppingen, slaapproblemen, een hoge bloeddruk en vele andere kwalen.

 

Toch eens een vraag; waarom twijfelen wij eigenlijk? Waar komt de twijfel vandaan?

 

Wie de geschiedenis van de aarde kent weet dat de twijfel al vroeg in de geschiedenis voorkwam. In Genesis 3 werd immers de eerste twijfel gezaaid. Daar lezen wij in vers 6 als het ware de gedachten van Eva: “Zou de slang dan toch gelijk hebben? Zouden wij als God worden als wij van de verboden vrucht aten?” Ze twijfelde aan de eerder gesproken woorden van God zelf, wikte en woog, maakte de keuze, rekte zich uit en beet in de verboden vrucht. Met het vocht wat langs de vrucht liep, liep de twijfel de wereld in.

 

De mens zou twijfelen aan alles wat hij tegen zou komen. Wel hebben wij de macht ontvangen om keuzes te maken, hebben wij een rationeel vermogen om weloverwogen de twijfel om te zetten in een actie. Bovenal hebben wij een ingeschapen geweten. Dat kleine stemmetje wat diep van binnen spreekt op het moment dat je voelt dat je zonde begaat.

 

Ik kan dit artikel niet afsluiten zonder de belangrijkste twijfel in een mensenleven. Want ieder mens komt één twijfel zonder twijfel tegen: ‘Bestaat er een God?’

Het is een twijfel waar wel voor de dood een antwoord op gegeven moet worden. Alleen kunnen wij op deze twijfel zelf aan antwoord formuleren? Of hebben wij hierbij hulp nodig?

 

De Christen weet: Er is een God en belijdt; Ik geloof in God de Vader, God de Zoon en God, de Heilige Geest. In Hem die is en die was en die komen zal. Maar belijden wij dit met ons hart of met ons verstand? Dat is een wezenlijk verschil.

Wat kent de onbekeerde mens de twijfel of God naar hem/haar wil omzien. Wat kan er een onophoudelijk smeken aan de troon zijn om Zijn zegen te ontvangen, maar wat kan het zo kil en koud blijven. Dan rijst de twijfel in het hart; ‘Bestaat er een God? Zou Hij naar mij willen omzien om mij te redden van de eeuwige verdoemenis? Zijn mijn zonden niet te groot om vergeven te worden?’

 

Ook de bekeerde mens twijfelt bij ogenblikken. Ik hoor Heman in Psalm 88 immers uitroepen:

“Waarom is 't, dat Gij mij verstoot,
Waarom verbergt G' uw gunstrijk' ogen?
'k Was van der jeugd af neergebogen,
Bedrukt, en worst'lend met den dood;
Ik moet, vol angst, Uw gramschap dragen,
'k Ben twijfelmoedig en verslagen.”

 

Toch wil ik niet eindigen in de twijfel, want ik lees in de tweede brief aan Korinthe:

Want wij willen niet, broeders, dat gij onwetende zijt van onze verdrukking (…), dat wij uitnemend zeer bezwaard zijn geweest boven onze macht, alzo dat wij zeer in twijfel waren, ook van het leven.

Ja, wij hadden al zelven in onszelven het vonnis des doods, opdat wij niet op onszelven vertrouwen zouden, maar op God, Die de doden verwekt;

Die ons uit zo groten dood verlost heeft, en nog verlost; op Welken wij hopen, dat Hij ons ook nog verlossen zal.

 

Dan is er voor de onbekeerde twijfelaar nog hoop. Dan mag hij/zij weten dat God de twijfel weg kan nemen en zekerheid ervoor in de plaats kan geven. Want ‘Hij verlost nog!’ Het is nog niet te laat.

Dan is er voor de bekeerde twijfelaar een zekerheid dat hij/zij verlost is uit de groten dood. Dan is er uitzicht op een betere tijd na het sterven.

 

Dan hoop ik dat voor ons allen het moment mag komen dat de twijfel weggenomen mag worden en er zekerheid voor in de plaats komt!

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.