Voor wie niet bekend is met deze Engelse term: het is de lijst nummers die achterop een CD-hoes, langspeelplaat, of cassettebandje staan. De lijst met nummers vormt samen het hele album. Tezamen vormen deze nummers het verhaal wat koor, zanger of instrumentalist wil vertellen. Van het eerste tot het laatste nummer, elk nummer heeft zijn eigen functie in het totaal.
De afgelopen 6 weken schreef ik artikelen die gerelateerd waren aan uitvoeringsavonden waarop stem en orgel klonken. Ook daarvoor wordt een lijst met nummers samengesteld, welke wordt afgedrukt in het programmaboekje. Zelf ben ik betrokken geweest bij de keuze van een groot aantal van de gezongen liederen. Deze week probeer ik u een klein beetje inzage te geven in hoe er achter de schermen is gewerkt aan de samenstelling van de tracklist van deze avonden.
Wie er verantwoordelijk is voor de keuzes? Dat verschilt. Bij koren die onder de verantwoordelijkheid staan van een kerkenraad, is de kerkenraad de eindverantwoordelijke. Ook besturen hebben inspraak in de muziek en uiteindelijk is het de dirigent die de definitieve keuze vaststelt.
Bij samenzangavonden kan het anders zijn, zeker als deze niet vanuit een kerkelijke gemeente worden gehouden. Dan is de organisatie verantwoordelijk.
Iedere organisatie gaat anders om met die verantwoordelijkheid, maar waar moet een zangavond in mijn ogen aan voldoen?
- In de gezongen teksten moet aandacht besteed worden aan de 3 stukken van het christelijk geloof: ellende, verlossing en dankbaarheid.
- Voor de luisteraars is het van belang dat er een afwisseling is tussen bekende en niet bekende stukken.
- Indien er een thema is, dan moeten de liederen aansluiten bij het thema. Indien mogelijk ook de instrumentale stukken.
- De gezongen teksten moeten juist zijn. Ik bedoel hiermee dat wij ervoor moeten waken dat er geen teksten met een onjuiste inhoud worden gezongen. In het kerstliedje ‘Er is een kindeke geboren op aard’’ is de tweede zin: “’t Kwam op de aarde voor ons allemaal”. Klopt dat?
Kortom… muziek kiezen blijft lastig. Snel pakt men binnen Christelijk Nederland dan naar de psalmen. Die zijn algemeen goedgekeurd. Liedteksten moeten goed worden gelezen om er zeker van te zijn dat er geen fouten in staan.
De directe aanleiding van dit artikel ligt echter niet in het feit dat ik een kijkje in de keuken van de organisaties wil geven. Waarom ik dit artikel wel schrijf? Vorige week had ik met een koorlid en vriend contact over het kiezen van een sluitingspsalm voor de avond. Hij gaf psalm 89 vers 19 en 20 op. Toen ik hem naar de reden vroeg was zijn antwoord: “Zulke teksten worden vaak door koren geschuwd heb ik het idee”.
Het heeft mij aan het denken gezet en ik moet helaas toegeven dat dit wel eens kan kloppen. Al zijn wij nog zo zorgvuldig; ook wij vermijden snel onderwerpen. Want geef toe; tijdens een zangavond psalm 89 vers 19 (“Wie leeft er, die den slaap des doods niet eens zal slapen?”) of psalm 33 vers 5 ('k Voel door stinkend' etterzweren mij verteren;) zingen, hoe vaak gebeurt dat? Die teksten vermijden wij toch liever?
Dan zingen wij liever psalm 84 : 2 (“Bij U, mijn Koning en mijn God, verwacht mijn ziel een heilrijk lot”) of psalm 150 : 1 (“Looft God, looft Zijn naam alom”). Dat zingt dan toch net iets lekkerder weg! Of makkelijker weg?
Met schaamte moet ik bekennen dat ik, recent toen wij thema’s kozen voor samenzangavonden, ook niet over durfde te gaan tot het organiseren van een avond met als thema: “Gelijk het gras”. Was dat eigenlijk niet fout van mij?
Kortom; wat een verantwoordelijkheid ligt er op de schouders van de organisaties, besturen en dirigenten. Zelf kunnen zij deze verantwoordelijkheid niet dragen. Van iedere organisatie zou het oog omhooggeslagen moeten zijn. Alleen dan kan de avond die zij organiseren de juiste inhoud hebben en een gezegende zangavond zijn!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties