Nederland heeft zich de afgelopen dagen weer druk kunnen maken over datgene waar het zo graag mee bezig is; het weer. Wederom was storm het gesprek van de dag. Niemand weet hoe de naam van de storm nu echt uitgesproken moet worden en waar de één roept dat het wel meevalt kan de ander met spanning vertellen hoe een boom rakelings langs de woning neerviel.
Het zou voor mij heel makkelijk zijn om een artikel te schrijven over de storm. Verhalen genoeg. Maar dit keer wil ik dat niet doen, er viel mij namelijk iets op een dag eerder.
Is het u ook opgevallen dat op woensdagavond de stilte voor de storm hoor- en zichtbaar was? Het was de hele dag druilerig en winderig geweest, maar niet op woensdagavond. Toen was de lucht helder, de regenwolken waren verdwenen en de wind was gaan liggen.
De stilte voor de storm.
Het is die stilte waar ons spreekwoord naar verwijst. Het spreekwoord wordt gebruikt voor het moment van rust dat er is voor een ruzie of conflict. Dat voel je een spanning in de lucht hangen. Dan houdt met de adem in. Wanneer zal het beginnen? Wie zal er de eerste aanval inzetten?
Als dan de roep: “Aanvallen!” weerklinkt bast het geweld los.
Afgelopen woensdagavond leek de natuur ook zijn adem in de houden. Vanuit Frankrijk waren grote winden en onweder naar ons onderweg. Zouden de bomen het naderende onheil gevoeld hebben en hebben ze daarom hun takken met bruine bladeren laten hangen? Zouden de vogels de verandering in luchtdruk gevoeld hebben en hebben ze daarom hun zang gestaakt hebben? Zouden de konijnen in de duinen hun neuzen in de lucht hebben gestoken om de zeelucht op te snuiven en vervolgens diep in hun holletje zijn gedoken?
Onwillekeurig moet ik denken aan de tekst uit Psalm 65:1 “De stilte zingt U toe, o Heere”. De natuur gaf ons die woensdagavond een prediking. De natuur zong een loflied in de stilte. Even hielden flora en fauna de adem in. Het naderend oordeel zou donderdag komen, maar op woensdagavond was er nog genadetijd. Al kleurde de lucht aan de horizon gitzwart, al wist de natuur dat de storm onvermijdelijk zou zijn… die woensdagavond hief ze de lofzang aan tot eer van haar Schepper.
Daar zal men, Heer, tot U zich wenden,
tot U komt al wat leeft,
tot U, o redder uit ellende,
die alle schuld vergeeft.
Donderdag kwam de storm. Niet zomaar… De natuur behoort Hem toe. Hij bestuurt het water en de winden. Hij zond de storm die donderdag ons land in zijn greep hield. (Psalm 107)
Hij wekt, met slechts te spreken,
Een stormwind voor hun oog;
En wij mensen… wie zag het? Hoorden wij de prediking of waren wij druk met de financiële gevolgen, negeerden we de storm, of hebben we de storm veel groter gemaakt in onze verhalen naar anderen?
Zelf heb ik ook met een stilte voor de storm te maken gehad afgelopen week. Afgelopen zaterdagavond mocht ik een kinderkoor dirigeren tijdens een Hervormingsavond. De jongens en meisjes zongen als nooit tevoren. Zoveel kinderen horen zingen over God en Zijn grote daden terwijl je daar als zondaar voor staat… het waren goede tijden. Blij keerde ik huiswaarts. Maar deze lofzang was voor mij een stilte voor de storm.
Onderweg betrok de lucht af en begon het te stormen in mijn binnenste. Want… hoe goed de jongens en meisjes ook zongen; stond ik voor het koor met de juiste intentie? Had ik Zijn eer op het oog? Daar moest ik erkennen dat ik fouten gemaakt had en verkeerde woorden gesproken had.
En ik sta hier niet alleen in. De afgelopen maandagen waren de repetities op gemengd koor/mannenensemble doordrenkt met emotie en gevoel, de zang klonk prachtig. Achteraf kreeg ik van leden te horen dat ook bij hen de stormen hadden gewoed.
Maar dit artikel kan ik toch niet besluiten met de storm? Want:
Hij doet den storm bedaren,
De golven zwijgen stil
Vrijdagmiddag; ik rijd over dezelfde snelweg waar ik een dag eerder door de kracht van wind van links naar rechts werd geslingerd. Dit na een bijzonder waardevol gesprek waarin ik bemoedigd mocht worden. Toen stond daar hoog boven mijn auto, aan de lucht de zon te stralen. De wind was gaan liggen. De wolken waren weggetrokken. De natuur herademde. Ik herademde.
Toen kwamen de woorden van psalm 36:3 in mijn gedachten.
Bij U, HEER, is de levensbron;
Uw licht doet, klaarder dan de zon,
Ons 't heuglijk licht aanschouwen
Dat dit voor u en voor mij houvast mag geven als de volgende storm losbarst!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties