De Dirigent

Gepubliceerd op 5 oktober 2023 om 17:00

Wie al langer artikelen leest op deze website is zich ervan bewust hoe deze is ontstaan. Het schrijven van artikelen is voor mij de mogelijkheid om dingen van mij af te zetten, om te relativeren in tijden van moeite, om de lof te zingen in tijden van vreugde. De afgelopen week wisselden hoogte- en dieptepunten elkaar in rap tempo af. Van een aanrijding en lastige gesprekken tot een nieuwe job en een vernieuwde huiskamer.

 

Toch zijn er rode draden die iedere week doorgaan. Ik loop na te denken over het artikel datik die week wil schrijven, ik luister muziek, ik zing, ik speel op instrumenten, ik heb gesprekken over geloven en wat het inhoudt…

Sinds een paar jaar is er echter nog een rode draad; Ik mag koren dirigeren.

 

Ja, u leest het goed; Ik MAG koren dirigeren, want dat ervaar ik niet als een vanzelfsprekendheid. Ik ben iedere keer als ik de spreekwoordelijke bok beklim verbaasd over het feit dat ik dit mag doen. Natuurlijk, ik ben ooit aangenomen, heb sollicitaties afgelegd. Wat dat betreft heb ik een recht om te dirigeren. Maar dat is niet waar ik op doel.

De koren waar ik voor sta hebben een reformatorische grondslag, de meeste vallen onder de kerkenraden. De taak van de dirigent is dan ook niet alleen maar zangtechniek aanleren. Het is meer dan dat; het is mijn ogen vooral mijn taak om juist de inhoud van de tekst aan het hart van mijn leden te leggen.

 

Dan is een koor een bedrijf in het klein. Dan staan er tientallen leden voor je. Ieder van hen heeft een eigen karakter, een eigen geluid. Ieder van hen denk op zijn eigen wijze na over wat hij zingt. Toch moeten ze als team opereren. Daarnaast hebben al die leden één ding gemeen; zij hebben allen een hart dat bekeert moet worden. De teksten die zij zingen kunnen tot zaligheid zijn van een ieder van hen. En zo mogelijk ook van de luisteraars, de organist en de dirigent.

 

Afgelopen maandag; de repetitie van een gemengd koor. Het was een repetitie zoals zovelen. Meerdere malen mocht ik op de inhoud van de tekst wijzen. Daarnaast gaf ik tips over de zangtechniek, het naar elkaar luisteren, het opvangen van elkaars tekorten. Noten werden ingestudeerd, accenten werden aangebracht. De avond leek op zoveel andere repetities ervoor. Tot…

 

De repetitie liep bijna ten einde. Nog één lied wilde ik doornemen. Dit lied bestaat alleen uit de tekst:

“Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Amen.”

De eerste keer was het in mijn ogen (oren) te vlak. “Leden, er moet met bogen worden gezongen. Probeer iets mee te geven aan elke noot.” Was mijn opmerking. “Opnieuw!”

De tweede keer veranderde iets. Maar ik miste nog steeds de bezieling.

En toen kreeg ik een ingeving. Ik heb daar die avond mijn leden gevraagd: “Vertel mij eens zingend wat hier staat. Overtuig mij eens dat was u zingt de waarheid is”

 

De derde keer. Het orgel zette het voorspel in. Ik hief mijn arm op om de eerste noot in te zetten… Tientallen koorleden stonden voor mij en hieven de zang aan. Vele paren ogen keken mij aan. En ik… ik zag de blik in de ogen veranderen. Ik voelde de energie van de avond omslaan. Overtuigend klonk de tekst. Bij de tweede zin was ik als dirigent al overbodig en kon ik staan luisteren naar wat mij verteld werd. Tientallen leden probeerden de woorden nu aan mijn hart te leggen.

 

Alzo lief heeft God de wereld gehad… dan klonken al die eerdere woorden die ik had gesproken over de inhoud opeens leeg. Dan waren al mijn verwoede pogingen om mijn koor over de tekst na te laten denken voor niets geweest. Immers… hoe lief ik mijn leden ook heb... Ik ben maar een zondig mens. Ik heb mijn tekorten. Ik kan niemand bekeren. 

Opdat een iegenlijk die in Hem geloofd, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Zou dat dan voor al mijn leden mogen gelden? En voor mij?

Leden stonden met tranen in hun ogen toen de tekst bij hun naar binnen sloeg. Bij mij woedde een heftige storm in mijn binnenste. Ook bij mij brandden te tranen in mijn ogen. De energie van het koor sloeg mij van de bok af. De energie van het koor sloeg mij van mijn voetstuk af. Wie ben ik dat ik hun dirigent mocht zijn?

Maar zonder dirigent wordt er niet gezongen. Ik verdrong de emotie razendsnel.

 

Wij sloten maandag avond af met psalm 79 : 5 en 7.

Kom ons te hulp, God van ons heil, o HEERE,
ontferm U over ons, Uw Naam ter ere.
Verlos ons en vergeef ons onze zonden.
Verzoen de schuld van ons die U weerstonden.

 

Tussen vers 5 en vers 7 speelde het orgel een samenzang. Ik stond terug te denken aan de eerder gezongen tekst. Alzo lief… en daar achter zingen wij: ontferm u over ons, verzoen de schuld.

Het orgel bouwde op naar de lofzang. Ik keek naar mijn leden voor mij en ontroerde. Want… wat is mijn schuld dan ook groot. Iedere repetitie neemt mijn schuld toe. Wat heb ik dan veel verkeerds gezegd en op andere momenten gezwegen waar ik moest spreken. Wat heb ik dan vaak repetities gedirigeerd waarbij ik niet genoeg omhoog gewezen heb op Hem.

 

Ik moest vers 7 inzetten, maar dat lukt mij niet meer. Toen werd de eerder verdrongen emotie mij de baas. Toen vulden tranen ook mijn ogen. Toen drukte de last van al de aan mij toevertrouwde koorleden op mijn schouders, maar ook mijn eigen onmetelijk grote zondenlast. Dan hoor ik in een roes mijn leden zingen: “Dan zullen wij U loven en eeuwig roemen in Uw wonderkrachten” maar dan ben ik uitgeput. Dan spoelt de emotie die mij overmant mijn laatste energie weg en moet ik stil erkennen dat ik geen dirigent kan zijn zonder Zijn leiding.

 

Afgelopen donderdag avond; ik sta na de repetitie van een kinderkoor na te praten met de predikant. Het zweet loopt van mijn gezicht. “Je bent toch wel moe na zo’n avond?” Ik moet het eerlijk bekennen. Bijna 100 kinderen goed laten zingen is een hele opgave, zeker als er storm op komst lijkt. Terwijl ik naar huis rijd, moet ik denken aan de woorden die hij sprak: “wanneer zal ik naad'ren voor Uw ogen en in Uw huis Uw naam verhogen?”

Dan mag ik mijzelf dirigent noemen, maar vind ik mijzelf dat niet waard.
Dan zie ik mijn naam op programmaboekjes verschijnen en heb ik daar moeite mee.
Dan ontvang ik complimenten na uitvoeringen, maar kan ik die eigenlijk niet in ontvangst nemen.
Want wie ben ik?

 

Dan moet ik als eerste de complimenten geven aan de leden die naar mij willen luisteren. Maar bovenal moet ik dan bekennen:

 

Ik kan niet dirigeren zonder de kracht die ik van Hem ontvang. Dan begrijp ik heel goed waarom Bach onder zijn muziek de tekst: Soli Deo Gloria schreef, want dan ben ik zelf niets waard. Dan is Hij het die de stille toehoorder is tijdens elke repetitie. Dan is Hij het die weet of ik er voor mijn eigen ik sta of om waarlijk, met heel mijn hart, samen met de koorleden en organisten, in Zijn huis Zijn naam te verhogen.  Dat de HEERE ons dit allen mag schenken.

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.