High Tea

Gepubliceerd op 25 augustus 2023 om 17:00

“Hmmm… Wat smaakt die honing toch goed.”

Huh? Wie zegt dat? 

 

Op een boomstronk zit, midden in het bos, een geel beertje. Een beertje met een bolle buik en bolle wangen. Hij heeft een rood t-shirt aan. “Hallo, Ik ben Winnie de Pooh! Ik houd heel erg van lekkere honing! Maar helaas is deze pot alweer bijna leeg!”

Winnie houdt zijn pootje omhoog en likt de laatste honing eraf. “Hmmm… wat is dat lekker, zeg! Wat leuk dat je bij mij op bezoek komt. Straks gaan wij met alle dieren van het bos thee drinken. Dat doen wij elke dag om precies 16.00 uur! In Engeland vinden wij het belangrijk om dat elke middag precies op tijd te doen. Ga je met mij mee? Dat zou ik erg leuk vinden! Eerst nog even deze pot opruimen en nog even in de zon zitten. Dan gaan wij theezetten!”

 

Winnie ruimt zijn potje op en gaat daarna tegen de stam van een boom zitten in de zon. “Wat is de zon vandaag lekker warm, zeg! Ik zou eigenlijk nog wel even een dutje kunnen doen! Kom je even naast mij zitten?” Al snel valt Winnie in slaap. “Zzzzz” klinkt het zachtjes door het bos. 

 

Een paar uur later schrikt Winnie wakker. “Oewaaah! Dat was lekker!” Hij rekt zich eens stevig uit. Van zo’n dutje krijg je wel dorst. Hoe laat is het? Dan gaan wij een heerlijk kopje honingthee drinken. Ow nee!” Winnie kijkt verdrietig naar de klok… “Ik heb mij verslapen. Wat nu? Nu kunnen wij om 16.00 uur geen thee meer drinken, en ik had er net zo’n zin in!”

 

Achter ons klinkt een gehaast geroep: “Te laat, te laat! Ik ben te laat!” Een wit konijn komt op ons afrennen. Hij heeft een groot zakhorloge in zijn hand en draagt een keurig geruit vestje. “Te laat, het is een ramp, ik ben te laat!”

“Rustig, rustig!” zegt Winnie. “Wat is er met jou aan de hand?”

“Het is een ramp, ik ben te laat!”

“Maar waarvoor ben je dan te laat?”

“Ik drink elke dag om precies 16.00 uur een kopje thee met worteltjestaart, maar ik ben te laat. Ik heb mij verslapen.”

“Ow, jij ook?” zegt Winnie verbaasd. “Ik heb mij ook verslapen. Hoe kunnen wij dat oplossen?”

 

Terwijl Winnie met het witte konijn na staat te denken, voelt hij opeens dat er vanachter aan zijn t-shirt getrokken wordt. “Excuses, meneer Beer, maar kunt u mij helpen? Ik zit in de problemen!”

Winnie draait zich verbaasd om. Achter hem staat een beertje met een blauw jasje en een rode hoed. In zijn pootje houdt hij een bruin koffertje. “Dat kan ik proberen, meneer…?”

“Ik ben Paddington, meneer beer.”

“Noem mij maar gewoon Winnie, hoor!” zegt Winnie lachend. “Maar wat is jouw probleem?”

“Nou… ik ben niet van hier. Ik woon in de stad. Alleen drink ik elke dag om precies 16.00 uur een kopje thee met een koekje erbij. Nu ben ik een beetje verdwaald, en heb ik niet op tijd een kopje thee kunnen drinken. Wat moet ik nu doen?”

Paddington kijkt Winnie met verdrietige ogen aan. 

“Ach, grote vriend!” zegt Winnie. “Ik zit met hetzelfde probleem, en dit konijn ook. Wij zijn alle drie te laat. Weet je wat, wij gaan mijn goede vriend meneer Uil om raad vragen. Hij is heel slim en weet precies wat wij nu moeten doen. 

 

Samen lopen de drie dieren naar meneer Uil.

“Oehoe, Oehoe… wie durft mij daar te storen tijdens mijn middagdutje? Uilen slapen overdag!” 

“Joehoe! Ik ben het!” Winnie zwaait naar meneer Uil die hoog op een boomtak zit. “Wij hebben een probleem. Kunt u ons helpen?”

“Nou… vertel mij dan maar eerst eens wat jullie probleem is,” zegt meneer Uil. 

 

Winnie vertelt dat hij, het witte konijn en Paddington te laat zijn met thee drinken. “Weet u een oplossing?”

“Oehoe, laat mij eens even diep denken! Hmmmm Hmmmm… Ja, ik weet een oplossing!”

“Zie je wel dat meneer Uil heel slim is,” fluistert Winnie tegen zijn vrienden. 

“Ga naar de open plek in het bos. Daar staat een tafel. Aan die tafel zit een meneer in een bruin geruit pak met een knalrode stropdas. Hij drinkt daar elke dag thee. Dat doet hij samen met zijn vriend, meneer Teddy. Een bruin beertje met zware ogen. Als jullie snel zijn, dan zijn jullie nog op tijd!”

 

Winnie en zijn vrienden haasten zich naar de open plek. “Jahoor, daar zit hij!” Aan een lange tafel zit meneer Boon. Naast hem zit meneer Teddy. Winnie kijkt op de klok. Die staat op 15.45 uur. Ze zijn op tijd. 

Maar… hoe kan dat nu? 

“Meneer, mogen wij bij u aan tafel komen zitten? Wij hoorden van meneer Uil dat u om 16.00 uur thee gaat drinken en dat willen wij ook graag.”

“Flubbub, maar natuurlijk!” zegt het rare mannetje. “Kom er maar bij zitten, hoor.”

Winnie en zijn vrienden gaan snel zitten. 

“Meneer,” vraagt Winnie weer, “hoe kan het dat het nog geen 16.00 uur is bij u?”

“Nou, flubbub, dat komt doordat ik mijn klok niet verzet als het zomer wordt. Ik vind de wintertijd veel leuker. Dus mijn klok loopt een uur achter op de rest. Flubbub!”

Winnie en zijn vrienden moeten een beetje lachen om het rare taaltje van meneer Boon.

“Wat fijn dat wij u gevonden hebben; nu kunnen wij toch nog om 16.00 uur thee drinken!"

“Ik vind het gezellig dat jullie er zijn! Straks komen er nog meer vrienden van mij. Die hebben ook taartjes en koekjes meegenomen. En ik ga nu een hele grote kop thee zetten. Dan kunnen wij die straks met zijn allen opdrinken!”

 

Niet veel later arriveren de andere gasten; een konijn met een blauw jasje, een vos in een groen pakje met een boog op zijn rug, drie kleine biggetjes en heel veel anderen. Ze hebben allemaal wat meegebracht. 

En zo gebeurt het dat Winnie en al zijn vriendjes ook vandaag om precies 16.00 uur thee konden drinken. Want.. zo hoort het in Engeland!

 

Johannes R


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.