Kaasfondue

Gepubliceerd op 4 augustus 2023 om 17:00

“Hallo, ik ben Otto! Wat leuk om kennis te maken! Ik woon in een oud huisje uit de middeleeuwen in de grote stad Gruyères. Ik ben van beroep kaasmaker, want als er één ding is waar mijn mede stadsmuisjes van houden, dan is het wel van kaas, en dan in het bijzonder van de kaas die ik maak. Een beetje pittig en hij ruikt heerlijk! En hoe die kaas heet? Dat had jij vast al geraden! Gruyère. 

Vandaag ga ik naar een kaasfestival in Bern. Daar ontmoet ik mijn muizenmaatjes weer. Wij zijn allemaal gek op kaas, en die gaan wij dan van elkaar proeven. Ga jij met mij mee naar Bern?”

En zo gaat Otto op weg naar Bern, terwijl de alpenhoorns op de achtergrond hem een goede reis toespelen!

 

“Hallo! Ik ben Peter! Ik woon samen met mijn lieve muizenvrouwtje Heidi in het Appenzeller-land, in het noorden van Zwitserland, vlakbij Liechtenstein. Hier wonen wij samen in een heel klein huisje, tussen de groene heuvels. Wij zijn heel gelukkig samen, en…”

“Peter, heb je wel je gele korte broek en je rode jas meegenomen?” klinkt de stem van Heidi uit het kleine huisje tussen de groene heuvels. 

“Ja, Heidi, ze zitten in mijn tas!” roept Peter terug. 

“Sorry, ik had jullie graag meer verteld over wie ik ben en over wat ik doe, maar ik moet haast maken. Ik ben kaasmaker en maak een hele lekkere kaas met kruiden. Beetje peper en een beetje wijn… Niemand kent het recept dat ik gebruik, maar dat blijft ook geheim. Vandaag ga ik op reis naar Bern, want er is morgen een groot kaasfestival. Daar ga ik mijn kaas laten proeven aan andere kaasmakers. Komen jullie ook proeven morgen?”

“Peter, je moet echt weggaan, hoor! Anders ben je niet op tijd voor het festival,” roept Heidi uit de keuken van het kleine huisje tussen de groene heuvels. 

“Ik ga al, Heidi!” roept Peter terug. “Maar eerst nog een kusje aan mijn lieve muizenvrouwtje geven! SMAK!”

“Hihihi, gekkerd! Tot over een paar dagen!” zegt Heidi.

En zo gaat Peter op weg naar Bern terwijl Heidi hem uitzwaait en op de achtergrond de koeien hun bellen extra hard laten klingelen om hem veel plezier te wensen in Bern! 

 

“Hey! Wat leuk je te ontmoeten! Mijn naam is Frank! Ik woon samen met mijn muizenvrouwtje Sofie in Bern. Samen hebben wij 2 lieve muizenjongens: Tom en Pieter. Met ons gezinnetje wonen wij in een mooi boerderijtje, net buiten Bern. Vandaag is er een groot festival in de stad. Een kaasfestival! Daar komen ook mijn vrienden Otto en Peter naartoe! Ik heb zin hun weer te ontmoeten. Heb je al gehoord dat zij ook kaasmaker zijn en hun eigen kazen meebrengen? Dan gaan wij alle drie lekker van de kaas peuzelen. Ow, wat zeg je? Wist je niet dat ik ook kaasmaker ben? Oeps, sorry! Dat had ik je natuurlijk gelijk moeten vertellen. Ik maak ook kaas! Een hele bijzondere zelfs. In mijn kaas zitten hele grote gaten. Weet je hoe dat komt? Dat zal ik je eens vlug vertellen! 

Toen ik nog maar net getrouwd was met Sofie ben ik kaasmaker geworden. Toen zaten er nog geen gaten in mijn kaas. Toen de jongens net waren geboren, ging het ook nog goed, tot die ene dag. 

In de schuur lag de kaas al een tijdje te rijpen. Als je dat doet, dan krijgt de kaas meer smaak. Toen ik op een dag bij mijn kaas ging kijken om hem om te draaien, en ik de deuren van de schuur opende, schrok ik mij een muizenhoedje. In mijn kaas zaten grote gaten. Ik wist niet hoe dat kwam. 

Toen wij ’s avonds aan tafel zaten hadden Tom en Pieter geen zin in de heerlijke kaas-uiensoep die Sofie had gemaakt. En wat nog vreemder was, is dat ze allebei grote ronde buikjes hadden. 

Ze hadden buikpijn en wilden naar bed. Toen de jongens de volgende dag uit bed kwamen hebben ze mij verteld dat ze allebei hadden zitten snoepen van de kaas. Zo waren die gaten erin gekomen. 

Maar genoeg over mijn kaas! Ik moet ook snel naar de stad voor het festival. Ik zie je daar zo!”

En zo gaat Frank op weg naar de stad, terwijl uit de stad het vrolijk gejodel van alle feestgangers al te horen is!

 

En daar staan de 3 muisjes dan elkaar te omhelzen. Drie vrienden door dik en dun (nou ja, ze hebben alle 3 ronde buikjes van alle kaas die ze gegeten hebben.) Alle drie kaasmaker, alle drie met een kaas in de hand. “Jongens, tijd om lekker van de kaas te gaan proeven,” klinkt het. Niet veel later zitten de 3 vrienden heerlijk te snoepen van elkaars kazen. De kaaslucht is tot ver in de omtrek te ruiken. 

Hij drijft over bergen en door de dalen. Hij drijft over wegen en over velden. En hij drijft ook naar een oude verlaten schuur. Die lucht dringt door de kieren naar binnen. En dringt tot in de donkerste hoekjes. De schuur lijkt verlaten tot…

 

Twee groene ogen lichten op in het duister. Niet veel later stapt een grote, zwarte kat de schuur uit. Hij steekt zijn neus in de lucht. “Hmmmm… dat ruikt lekker! KAAAAAaaaaaas!”

Likkebaardend staat Felix naast de schuur. “En waar kaas is zijn… MUIZEN!”

Snel komt hij in beweging… 

En zo gaat Felix op weg naar Bern. Zijn neus ruikt de steeds sterker wordende kaaslucht en vangt als hij door de straten van Bern rent daarnaast ook de heerlijke geur op van verse muisjes. 

 

Otto, Peter en Frank hebben al een tijdje zitten snoepen. Hun buikjes zijn helemaal rond. Volgegeten en voldaan zitten ze uit te puffen van het feestmaal. 

“Wat heeft dat goed gesmaakt!” zegt Otto. 

“Zeker weten!” zegt Peter.

“Ik kan geen hap mee op!” stemt ook Frank met zijn vrienden in. 

Dan klinkt het uit de speakers: “Lieve muizenvrienden! Wij hopen dat jullie allemaal genoten hebben van dit muizenissige kaasfestival! Nu het festival bijna ten einde is, willen wij u vragen de kaas die over is naar het midden van het plein te brengen. Daar staat een grote pan klaar. Iedereen mag zijn kaas daarin doen! Dan smelten wij alle kazen en kunt u allemaal een bakje gesmolten kaas meenemen. Zo kunnen ze bij u thuis ook van de kaas proeven.”

 

En zo gebeurt het. Alle muisjes brengen hun kaas naar het midden van het plein. Net als de laatste muis zijn stukje kaas in de pan gooit, klinkt er een luide stem over het plein: “MIAUAUAUAUW! WAT ZIE IK? ALLEMAAL LEKKERE MUISJES! MIAUAUAUAUAUW! NU IK ER BEN KAN HET FEEST PAS ECHT BEGINNEN! KOMT ALLEMAAL EENS HIER!”

Vanuit de schaduw lichten twee groene ogen op.

 

De muisjes staan als aan de grond genageld. Ook Otto, Peter en Frank schrikken zich een muizenhoedje. Aan de overkant van het plein staat Felix, klaar om hen te bespringen. Dat mag niet gebeuren, want dan zal Otto nooit meer kaas kunnen maken, dan zal Heidi Peter nooit meer terugzien, en dan zullen Tom en Pieter hun papa niet meer kunnen helpen. Maar wat te doen? Kleine muisjes kunnen een grote kat toch niet te baas?

 

Maar… wie klein is, moet soms slim zijn, en dat zijn muisjes wel. Veel slimmer dan zo’n grote kat. 

Otto, Peter en Frank steken snel hun hoofden bij elkaar.

“Pssst, als wij nu eens….” fluistert Otto.

“…….. ja, goed idee!” zegt Peter.

“Snel dan, geen tijd te verliezen. Vertel het de anderen!” roept Frank. 

 

Alle muisjes rennen naar de pot in het midden en steken ieder een tandenstoker in de kleverige kaas. 

Felix ziet het gebeuren. “Ha, dat is makkelijk!” denk hij. “Alle muisjes gaan bij elkaar bij de pot staan. Wat nog lekkerder is dan muisjes, zijn muisjes met kaas. Ze maken het wel heel makkelijk.”

 

Langzaam komt hij dichterbij. Het water loopt hem in de mond. “Dat gaat lekker smaken!”

Maar net voordat hij bij de pot komt schieten alle muisjes een andere kant op. 

“He, wat is dat nu?” roept Felix verbaasd. 

De muizen rennen kriskras door elkaar, langs Felix heen, voor Felix langs, onder Felix door... ja, zelfs over Felix heen. In hun handen houden ze de tandenstokers vast.

De kaas die eerst nog in de pot zat, gaat nu in lange, kleverige draden achter de muisjes aan. Voor Felix er erg in heeft raakt hij verstrikt in een groot net van kleverige kaas. Steeds meer draden komen erbij, steeds harder wordt de kaas. Als snel kan Felix geen kant meer op en zit hij helemaal gevangen. 

 

De muisjes juichen: “Wij hebben hem!" 

Ook Otto, Peter en Frank juichen. “Dit moet gevierd worden!” roepen ze in koor. 

 

Dan klinkt de muziek en al snel zingen alle muisjes mee:

Iene miene mutte, 

Tien pond grutten

Tien pond kaas

Wij zijn Felix mooi de baas!

 

En ze vierden nog heel lang feest die avond en… leefden nog lang en gelukkig!

 

Johannes R


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.