Ik ga slapen, Ik ben moe! - KIDS versie

Gepubliceerd op 12 mei 2023 om 17:00

Op deze website zijn de meeste artikelen geschreven voor een volwassen publiek. De woordkeuze en zinsopbouw maken dat het lezen van deze artikelen voor kinderen lastig is. Speciaal voor hen zal er af en toe een kids versie van een reeds geschreven artikel verschijnen. Dit is daarvan de eerste.

Jongens en meisjes, veel leesplezier!


Het is avond geworden en je zit aan tafel bij papa en mama. Samen met je broers en zussen eet je van het lekkere eten wat mama heeft gekookt.

Weer een dag is er voorbij gegaan. Je hebt kunnen spelen met vriendjes en vriendinnetjes, je bent naar school geweest. Wat heb je veel leuke dingen mogen doen vandaag!

 

Als je aan tafel zit te smikkelen denk je nog eens terug aan de dag. Wat heb je veel goede dingen mogen doen! Maar, denk je ook wel eens terug aan de verkeerde dingen die er die dag gebeurd zijn?

 

Na het eten mag je nog even spelen van mama, en dan: “Naar bed!” zegt ze. Snel loop je de trap op en poets je je tanden. Nog even in de spiegel kijken of alles schoon is hoor! Ja, je ziet in de spiegel een prachtige glimlach!

 

En nu naar je slaapkamer. Mama zit al op je te wachten op je bed. Samen lezen jullie nog een verhaal, en dan zegt mama: “Nu gaan wij bidden om een zegen van de Heere voor deze nacht.” Je gaat op je knieën voor je bed zitten en doet je handen samen. Dan doe jij je ogen dicht en bid zacht met mama mee:

 

Ik ga slapen, ik ben moe,
'k sluit mijn beide oogjes toe,
Heere houdt ook deze nacht,
over mij getrouw de wacht.

 

Elke avond bid je dit gebed, maar denk je er wel eens over na wat je nu bidt? Dat gaan wij samen eens doen. In het eerste vers zeg je namelijk: “Ik ga slapen, ik ben moe!” Is dat zo? Ben jij moe?

“Nee” hoor ik je zeggen. Maar toch wil mama dat je straks gaat slapen. En… stiekem weet je ook wel dat je snel in slaap zal vallen. Dan sluit ook jij je ogen en weet je niet meer wat er gebeurt.

 

Maar wie zorgt er voor je als je slaapt? Zelf kun je dat niet doen. Papa en mama zijn niet de hele nacht bij je. Weet je wie er voor je zorgt? Dat doet de Heere! Hij is er altijd. Als je wakker bent, maar ook als je slaapt. Daarom vraag je aan de Heere of hij voor je wil zorgen als je slaapt. Tot je weer wakker mag worden, en daarna. Altijd!

 

't Boze dat ik heb gedaan,
zie het Heere toch niet aan.
Schoon mijn zonden vele zijn,
maak om Jezus wil mij rein.

 

Het is nu het einde van de dag, misschien is het zelfs al donker geworden vandaag. Daarnet schreef ik al: ‘Je hebt veel goede en slechte dingen gedaan’. Die goede dingen heb je van God gekregen.

Maar ook heb je veel verkeerde dingen gedaan, zonden. Die zonden die heb je gedaan omdat je een boos hartje hebt. De duivel vond het fijn dat je God verdrietig hebt gemaakt met de zonden. Maar als je God verdriet hebt gedaan, dan is dat heel erg. En zelf kun je er niets meer aan doen. Alleen God kan je die zonden vergeven. Dat kan doordat Zijn zoon; de Heere Jezus, gestorven is aan het kruis.

Daarom vragen wij of de Heere onze zonden niet aan wil zien, of de Heere ons onze zonden niet aan ons wil straffen. Of Hij die wil vergeven.

Als je een nieuw hartje van de Heere mag krijgen, dan zijn al je zonden vergeven.

 

Zorg voor arme kind'ren Heer',
en herstel de zieken weer.
Ja, voor alle mensen saâm,
bid ik U in Jezus naam

 

Jullie weten vast wel dat alleen voor jezelf bidden niet goed is. Wel is dat het belangrijkste; Je moet veel aan de Heere vragen of Hij je een nieuw hart wil geven. Een hart wat hem dient. Dat heb jij nodig, dat heb ik nodig, dat hebben wij allemaal nodig.

Daarom bidden wij ook voor anderen. Bijvoorbeeld voor de arme kinderen in andere landen die geen eten of drinken hebben gehad vandaag. Die ook niet naar school konden omdat papa en mama daar geen geld voor hadden. Die al moesten werken om geld te verdienen, zodat ze vanavond hun eigen eten konden kopen.

Soms denk je misschien: ‘Dat is alleen in Afrika. Daar wonen arme kinderen.’ Dat klopt, maar wist je dat er ook in Nederland arme kinderen wonen? Zij krijgen geen speelgoed van hun papa of mama. Zij eten bijna nooit friet of chips en eten vaak hetzelfde. Zij kunnen zelf geen kleren kopen, maar krijgen dit van andere mensen. Dan mag je, zittend op je knieën, vragen of de Heere ook voor hen wil zorgen.

 

Ook bid je voor zieke mensen. Ken je iemand in de familie die ziek is? Dan mag je aan de Heere vragen of hij die persoon beter wil maken. En als iemand niet meer beter kan worden, dan mag je vragen of de Heere die persoon wil helpen om de pijn te dragen.

 

Voor wie zou jij willen bidden? In dit vers mag je voor iedereen bidden die je kent. En zelfs voor mensen die je niet kent. Alle mensen moeten een nieuw hartje krijgen van de Heere. Ook de mensen op aarde die nog nooit van Hem hebben gehoord.

 

Moet je dan ook vragen of de Heere iemand wil helpen die je pijn heeft gedaan? Misschien wel die jongen uit je klas die je gepest heeft vandaag. Of dat meisje wat je uitgescholden heeft. Moet dat? Ja! Dat moet ook, want zij moeten ook bekeerd worden. Daarom bidden wij voor alle mensen.

 

Sta mijn ouders trouw ter zij,
wees mijn vrienden ook nabij.
Geef ons allen nieuwe kracht
door de rust van deze nacht.

 

Naast je zit papa of mama op je bed. Ook voor hen mag je bidden. Je papa en mama zijn de belangrijkste mensen die je kent. Zij hebben altijd voor je klaar gestaan en hebben je ook vandaag geholpen.

 

“Maar”, hoor ik je zeggen, “papa of mama doet mij vaak erg pijn.” Ach, jongen of meisje toch… wat erg. Papa en mama moeten voor je zorgen. Maar als papa en mama je vaak pijn doen, dan is dat niet goed. Beloof je mij dat je er met de juf of meester over zal praten? En nog belangrijker; als je straks in bed ligt; vraag maar of de Heere je erbij wil helpen!

 

Niet iedereen heeft een papa of een mama. Soms heb je die niet. Dan hoop ik dat er iemand is die voor je zorgt en die lief voor je is. Bid dan maar voor hen of de Heere hen kracht wil geven!

 

En natuurlijk bid je ook voor je vrienden, als je die mag hebben. Niet iedereen heeft vrienden, dat weet ik. Als je geen vrienden hebt; vraag maar of je die van de Heere mag krijgen. Hij kan ervoor zorgen. En als je ze wel hebt; vraag je dan of God voor hen wil zorgen? Dat je samen nog maar vaak met je vriendjes mag spelen?

 

Nu ben je moe, en ga je slapen. Morgenochtend als je wakker wordt ben je niet moe meer. Dat komt doordat de Heere kracht geeft, door de rust van de nacht.

 

Doe mij dankbaar en gezond,
opstaan in de morgenstond.
Als 'k mijn oogjes open doe,
lacht Uw zon mij vriend'lijk toe.

 

En als je dan op mag staan morgenochtend, dan heeft de Heere voor je gezorgd. Dan ben je niet gestorven, maar mag je leven. Dan mag er weer een dag beginnen. Dan mag je weer een dag leven waarin je de Heere mag zoeken. Dan mag het morgen weer licht worden.

 

Dan mag je dankbaar zijn dat de Heere je heeft gespaard in de nacht.

 

Wilt U luisteren wat ik vraag,
een nieuw hartje wil ik graag.
Dat eerbiedig luisteren wil,
en gehoorzaam volgen wil.

 

En dan het laatste couplet. Het allerbelangrijkste. Daarin vraag je of de Heere je een nieuw hart wil geven. Een hart wat geen zonde meer wil doen. Een hart wat verdrietig is als je de Heere pijn hebt gedaan. Een hart waar de Heere voor wil zorgen.

Want dan mag je weten dat je voor altijd bij de Heere mag zijn. Dat je hier op aarde voor Hem mag leven, maar dat je ook, als je gaat sterven, naar de hemel mag gaan en voor altijd bij hem mag wonen.

 

Ga je daarom vragen? Dat mag altijd maar zul je dat ook elke dag doen voordat je gaat slapen?

 

Amen

 

En dan sluit je af met het woord amen. In de Bijbel staat dat dit woord betekent dat de Heere jou heeft zien bidden. Hij heeft je op je knieën zien zitten. Hij heeft gehoord waar je allemaal om gevraagd hebt. Dan kan hij je alles geven, ook al denk je misschien wel eens dat de Heere je niet hoort. Hij kan je alles geven, en zelfs meer dan je op je knieën hebt gevraagd!

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.