Het Woord centraal

Gepubliceerd op 27 mei 2022 om 17:00

In opdracht van de Evangelist is onderstaand interview tot stand gekomen en onderstaand artikel geschreven. In de mei-editie 2022 was een verkorte versie van dit artikel te lezen. In overleg met Peter Kievit plaats ik de uitgebreide versie van dit artikel op deze website. 

 

Het is aan het einde van de dag als ik in mijn auto richting Kloetinge rijdt. Als de schemer invalt bel ik aan bij de woning van Peter Kievit. Direct slaat de 5 maanden oude rottweiler Moos alarm. Niet veel later gaat de deur open en word ik hartelijk welkom geheten in zijn nederige stulpje. Moos laat duidelijk merken dat ik te gast ben en mij ook als zodanig dien te gedragen.

Als ik de kamer rondkijk valt mijn oog direct op de Statenvertaling die, centraal in de kamer, op de boekenplank boven de bank staat. Wij nemen plaats en maken kennis met elkaar.

 

Peter, hij is geboren in het Goese land. Door zijn ouders werd hij op zondag meegenomen naar de Rooms-Katholieke kerk. Daar werd hij door de priester gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Enkele jaren later heeft hij ook zijn communie gedaan. Van een vormsel is het echter nooit gekomen.

Als hij dertien jaar oud is, zegt het gezin de Rooms-Katholieke kerk vaarwel. In het gezin speelt het geloof vanaf dat moment geen actieve rol meer. Ook Peter legt het geloof naast zich neer.

 

Jarenlang leeft hij zonder religie, totdat hij 29 jaar oud is; Peter slaakt aan het zoeken. Zelf omschrijft hij het als volgt: “Ik voelde dat de Heilige Geest mij trok. Dat ik op zoek moest naar een kerk waar het Woord centraal staat.” Zijn zoektocht brengt hem, via een toenmalige relatie, als eerste in de Christelijk Gereformeerde Kerk.

Aldaar maakt hij kennis met een protestantse dienst. De manier waarop de dienst vormgegeven is, het brengt bij Peter geen voldoening. “Het vele zingen, al dan niet met de begeleiding van een band, maken dat Gods woord op de achtergrond raakt, terwijl dat in de dienst het belangrijkste hoort te zijn.”

Peter zoekt verder. Tijdens zijn zoektocht komt hij vervolgens in contact met een lid van de Gereformeerde Gemeente. Op diens uitnodiging gaat hij op een zondagmorgen mee naar de dienst. Het valt hem op dat de mannen tijdens de gebeden eerbiedig gaan staan, dat de psalmen enkel dienen ter begeleiding, maar bovenal dat Gods woord centraal staat in de dienst.

 

Na de eerste kerkdienst volgen er spoedig meer. Zondag aan zondag bezoekt Peter de diensten te Goes. Ook krijg Peter bezoek van een kerkenraadslid en krijgt hij een Statenvertaling cadeau. Als Peter daarin gaat lezen vindt hij het lastig. Het oud-Nederlands is soms onbegrijpelijk.

Als Peter dat zegt moet ik denk aan de geschiedenis van de kamerling van Candace (Mattheus 8). Ook hij was niet opgevoed in de Christelijke leer. Ook hij had moeite met de Bijbeltekst, tot Filippus zich bij hem op de wagen voegt en vraagt: “Verstaat gij ook, hetgeen gij leest?” (vers 30)

Waar de kamerling uitleg kreeg, heeft ook Peter hulp gehad bij het begrijpen van de Bijbel. Door zijn kerkgang komt hij in contact met anderen in de gemeente. Bij verschillende gezinnen staat de deur voor hem open. Zij leren hem wat de leer der Gereformeerde Gemeente inhoud, wat de Bijbelteksten betekenen, hoe wij als Christenen willen leven.

 

De ommekeer in zijn leven betekent voor Peter een grote verandering. De familie en vrienden die hij heeft vallen weg. Ze begrijpen de keuzes die hij maakt niet. Het betekent voor hem dat een eenzaam bestaan zijn deel is geworden. Ik vraag mij onwillekeurig af: “Zou je dan niet gaan twijfelen aan de keuze die je gemaakt hebt?” Peter is glashelder. “Ja, ik twijfelde af en toe. Maar één ding is voor mij glashelder; Alles wat mij aftrekt van de kerk, is van de duivel afkomstig. Dat ik mij eenzaam voel, komt door hem.”

 

Na enkele jaren als meelevend lid aan de Gereformeerde Gemeente van Goes verbonden te zijn geweest, wil Peter meer; hij wil belijdend lid worden. Vanuit de kerkenraad wordt hem de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan de catechisatielessen. Na enkele jaren van studie wordt hij toegelaten tot het volgen van de belijdeniscatechisatie. Peter bijt zich vast in de vraagstukken die hem voorgelegd worden en mag, na akkoord van de kerkenraad, belijdenis des geloofs afleggen in de gemeente van Goes.

In zijn belijdenisdienst geeft Peter zijn ‘Ja-woord’ op de aan hem gestelde vragen van Voetsius. Vanaf dat moment is hij een volwaardig lid der Gereformeerde Gemeente. “Voor mijn belijdenis voelde ik mij een buitenstaander, toen voelde ik mij echt lid van het kerkverband.”

 

Voor Peter betekent het doen van belijdenis echter niet dat hij kan stoppen met het volgen van lessen. Ik schrijf ‘kan’ stoppen, eigenlijk moet ik schrijven ‘wil’ stoppen.

“Het verbaast mij wel eens dat jongeren die belijdenis hebben afgelegd niet meer langskomen op Bijbelstudies. Al heb ik een achterstand in kennis, volgens mij ben je nooit uitgeleerd. Ook niet als je als GerGemmer bent opgevoegd. Soms lijkt het wel eens dat het doen van openbare belijdenis voor sommigen het eindpunt van de studie is.”

 

Al is Peter volwaardig lid; op de vraag of hij zich ook volledig onderdeel van de kerkelijke gemeente voelt, klinkt geen volmondig ‘Ja’. Peter omschrijft het zelf het beste: “Ik heb het gevoel dat ik mij op de rand van de gemeente bevindt. Doordat ik niet ben opgevoed in de leer heb ik een achterstand in kennis, ik heb nog niet het geluk dat ik een partner mocht vinden (al hoop ik een lieve vrouw tegen te komen), heb nu nog geen kinderen, woon in een eenvoudig huis in een overwegend onchristelijke omgeving. Het zijn niet de kenmerken van iemand van de Gereformeerde gezindte. Zelf heb ik dan ook dagelijks de strijd met de vraag of ik er wel echt bij hoor.

Ik zal nog een voorbeeld geven; Al jaren zit ik elke zondag in de kerk en zie ik dezelfde mensen, dan groeten wij elkaar. Soms kom ik hen doordeweeks tegen in de stad, dan groeten ze mij niet. Door dit soort momenten twijfel ik elke keer of ik wel op mijn plaats ben. Maar weet je… dan besef ik des te meer dat de duivel bij mij van binnen zit en bij mij twijfel probeert te zaaien. Al voel ik mij soms geen onderdeel van de gemeente, daar gaat het uiteindelijk ook niet om. Het belangrijkste is het geloof in God, Zijn woord en tijdens de kerkdiensten een goede prediking en uitleg daarvan.

Weet je waar ik nooit twijfel aan mijn keuze voor de Gereformeerde Gemeente? Dat is op mijn werk! Ik werk bij een autobedrijf dat gerund wordt door twee broers uit de gemeente. Daar praten wij, tussen het werk door, regelmatig met de collega’s over wat het geloof voor ons betekent. Dat is erg fijn.”

 

Zoals in bijna elk gesprek tegenwoordig, komt ook ons gesprek op de pandemie die nog steeds voortduurt. Ook Peter kon tijdens de Coronaperiode niet opgaan naar de kerk. Ook hij moest via een verbinding de diensten volgen. Ook hij was voor een groot deel aan huis gekluisterd. Maar ik durf te stellen dat het juist voor hem een extra moeilijke periode is geweest. Die momenten voor- en na de dienst waarop hij met andere leden kon praten, die bezoeken die hij bij gezinnen thuis kon afleggen, die eerbied die hij tijdens het samenzijn in de kerk kon ervaren, die Bijbelstudieavonden waar hij met anderen over het geloof na mocht denken… alles is abrupt tot een einde gekomen.

Peter zat, net als vele anderen, alleen thuis. De eerdergenoemde strijd is de afgelopen jaren des te heviger gevoelt en gevoerd. Wat Peter daarover zegt? “De HEERE gaf kracht.”

 

Als je samen zit te praten is een uurtje niets… Een blik op de klok leert mij dat het inmiddels tegen half tien in de avond is, het is tijd om af te gaan sluiten. Ik vraag aan Peter: “Hoe zie jij de toekomst voor je?” “Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Het leven heeft mij geleerd dat ik geen grote verwachtingen kan hebben. Wat ik wel graag zou willen in de toekomst is leidinggeven aan een jeugdvereniging, dat lijkt mij echt geweldig. Daarnaast hoop ik dat ik mag blijven leren over het geloof en nog vele kerkdiensten mag bezoeken. Hoe fijn is het dat wij op zondag weer naar de kerk kunnen gaan!”

 

Ik geef Peter een stevige handdruk en loop (na afscheid te hebben genomen) naar mijn auto. Niet veel later rijd ik de stad uit, op weg naar huis. Toch zich ik in gedachten nog op de bank in Kloetinge. Steeds weer keren de woorden: “zoeken naar een kerk waar het Woord centraal staat” terug in mijn gedachten… Het Woord centraal… Opeens besef ik waarom die woorden terugkeren:

Het Woord centraal is door Peter niet alleen in een kerkdienst van de Gereformeerde Gemeente van Goes gevonden.

Bij hem thuis staat het Woord centraal in zijn kamer, op de boekenplank boven de bank.

Maar wat nog vele malen belangrijker is…

 

Voor Peter staat het Woord nu centraal in zijn verdere leven!

 

Johannes R


Kijk voor meer informatie over het werk van het deputaatschap Evangelisatie op de website van de EVGG: www.evgg.nl

Reactie plaatsen

Reacties

Franciscus S
2 jaar geleden

Ha Johannes, wat een mooi verhaal! Jezus was ook een man met een uitzonderlijk niet standaard leven.Juist hij gaat om met mensen die niet buitengewoon goed in een kader passen. Zeker de moeite waard dit te bedenken omdat voor hem het geloof geen maatstaf is voor omstandigheden waarin je leeft. Ik zou zeggen dat dat juist haaks staat op zijn boodschap! Hartelijke groet en tot snel!