Warm… Geurend… Rijk… Zoet… Weldadig… Pure luxe! Onmisbaar op een koude winterdag!
Nee, ik heb het niet over de kersttrends ‘Silent Shapes’ of ‘Wintergarden’ die eind december onze huizen binnendrongen en de lege vensterbanken vulden. Ook niet over de vers gebraden kalkoen die met de eerste kerstdag op tafel stond, of over de oliebollen die met oud en nieuw vers uit het vet in menig mond verdwenen.
Nee, ik heb het over een kopje pure luxe. Thee is te waterig, koffie te bitter. Want wie zich echt wil verwarmen na een winterse wandeling, grijpt naar het vloeibare goud: een warme kop chocomel.
Wat is er Hollandser dan de spontaan verschenen kraampjes aan de schaatsbaan? Naast de koek-en-zopie en de snert treft men daar ook chocolademelk aan.
En natuurlijk… het gaat niet alleen om de drank zelf. We leuken hem op met een stevige, vette, romige dot slagroom, bezaaid met marshmallows. Voor de volwassen drinker wordt er vaak nog een slokje gezelligheid aan de drank toegevoegd.
Wiens tong de drank raakt proeft het zoet, wiens keel de drank doorslikt wordt gesmeerd, wiens ingewand de drank doorloopt wordt van binnenuit verwarmd.
Wat mogen wij ons als Nederlanders gelukkig prijzen met deze traditie!
Nou ja, Hollandse traditie? De drank is niet in Nederland uitgevonden, maar komt uit Latijns-Amerika. De Maya’s, Inca’s en (vooral) Azteken waren de eersten die van cacaobonen een drank maakten. Deze was alleen beschikbaar voor de rijken en edelen. (Zouden de kinderen uit het artikel van vorige week ook van deze drank hebben mogen proeven?)
Zoet was de drank allerminst. De cacaodrank (of de ‘drank van de goden’, zoals de inheemse inwoners hem zelf beschreven) was bitter van smaak. Toch was men in de oudheid al bewust van de geneeskrachtige werking van chocolade. Dit is in latere studies ook aangetoond; het drinken van chocolademelk verbetert de toevoer van bloed en zuurstof naar de hersenen, waardoor deze beter functioneren.
De drank die wij kennen, varieert van zoet tot heel zoet (als u het aan mij zou vragen: nagenoeg altijd veel te zoet!). Al is de originele drank geen typisch Hollandse uitvinding, de huidige versie is zeker wel te danken aan een Nederlander. In het jaar 1828 slaagde de heer Van Houten erin de cacaobonen te bewerken tot cacaoboter, het basisingrediënt voor de chocolade die wij tegenwoordig kennen en de chocolademelk die wij daarvan maken.
Dus, zegt u het zelf maar: die verwarmende kop chocolademelk die u na het schaatsen nuttigt, dat is toch eigenlijk gewoon een Hollandse kop chocolademelk? Die traditie pakt niemand ter wereld ons af!
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties
Nou hopelijk nog op de schaats dit seizoen.....