Vorige week stonden wij ook al stil bij de geasfalteerde luchtwegen, toch moet ik daar nog een keer op terugkomen. Want… hoe staat reformatorisch Nederland hierin?
Recent was ik bij één der kerken. Avond aan avond heb ik daar gestaan op het schone kerkpad. Nu stond er een emmer met zand in het midden van het plein. Een blik over de rand van de emmer heeft mijn vermoeden bevestigd; de peuken lagen alom verspreid in de emmer. En dat op een kerkplein.
Maar ja, wat verwacht je als de ouderlingen en de diakenen geen probleem hebben met een sigaartje of sigaretje op zijn tijd? Zelfs onder de rand van de bolhoed der predikant kringelt de rook omhoog. Het is dat hij hoog en droog op de preekstoel staat, anders zou de geur van de tabak de kerkganger bedwelmen, in plaats van zijn woorden. Of moet ik schrijven Zijn woorden? Dat bij de Roomse priesters de rook omhoog kringelt is toch ook niet iets waar wij ons achter kunnen scharen?
Ook reformatorisch Nederland rookt er vrolijk op los. Want het hoort er nu eenmaal bij? Oh ja?
Ik neem u even mee naar het 6e gebod uit de wet des Heeren: Gij zult niet doodslaan.
Staat er in onze Heidelbergse bij de vraag: ‘Wat eist God in het zesde gebod?’ niet het antwoord:
… ook mijzelven niet kwetse of moedwilliglijk in enig gevaar begeve...
Niet kwetsen en niet moedwillig in gevaar begeven. Is dat niet juist wat wij doen als wij er eentje opsteken? Wij kwetsen ons lichaam moedwillig. Wij brengen ons leven moedwillig in gevaar, want dat roken schadelijk is, dat is toch geen punt van discussie meer? Hoe kunnen wij dit doen? Hoe kunnen wij bij elke sigaar en sigaret zondigen tegen de wet Gods?
En dan nog iets. In het antwoord op vraag en antwoord 6 van de catechismus staat:
Vraag 6: Heeft dan God de mens alzo boos en verkeerd geschapen?
Antwoord: Neen Hij; maar God heeft de mens goed en naar Zijn evenbeeld geschapen (…)
Wij zijn Zijn beeld gelijk geschapen, een afspiegeling van wie God is.
Menselijkerwijs kunnen wij ons dan het beste spiegelen aan de Heere Jezus, die waarlijk mens was. Denkt u dat de Heere Jezus gerookt zou hebben als daar de middelen voor bestaan zouden hebben in die tijd? Ik denk dat wij allen dat antwoord weten: nee. De Heere Jezus kon niet zondigen.
Wij mensen wel. Sinds de val in het paradijs zijn wij met zonden bevlekt. Wel maken wij hierin zelf onze keuzes. Dus waar kiezen wij dan voor? Gaan wij asfalterend door in ons leven of laten wij de rook maar over aan onze Roomse metgezellen en verbannen wij de sluipmoordenaars uit ons leven?
Is stoppen makkelijk? Nee, dat zal het zeker niet zijn. Maar er is hulp, ook voor u rokende christen! Want u kent de tekst uit Psalm 91 : 6 toch wel?
Ick sal, wanneer hy tot my schreyt,
Hem geven syn begeeren.
In noot is hem mijn hulp bereyt,
Ick brenge hem tot eeren.
Syns levens tijt sal ick versae'n
Met menichte van dagen,
En hem oock laten schouwen aen
Mijn heyl na mijn behagen.
Johannes R
Reactie plaatsen
Reacties