Door de Tijd (1/2)

Gepubliceerd op 15 januari 2021 om 17:00

“Ik ben in de verkeerde tijd geboren”; het is een uitspraak die ik regelmatig doe.

 

Tijdreizen; het blijft iets waar velen over dromen. Wie van ons heeft er niets eens na zitten denken over hoe het zou zijn om in een andere tijd te leven? Ik heb er zelf ook regelmatig over nagedacht en erover na zitten praten met vrienden. De voor- en nadelen van een bepaalde tijd overdenken. Zou ik in die tijd willen leven?

 

Te beginnend in de prehistorie, de tijd waarin Nederland nog bevolkt werd door de Germanen. De tijd waarin de flora en fauna de overhand had. Een tijd waarin onze voorouders jaagden op dieren en wisten welke planten en kruiden eetbaar waren. Had ik daar willen rondkijken? Jazeker. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. De gevaren waren groot. Andere stammen die terrein probeerden te winnen, gevaarlijke dieren, weinig tot geen medische kennis… en… het trekt mij ook niet om in een dierenvel rond te lopen…

 

De oudheid dan? De Romeinen de Grieken hadden de touwtjes in handen. Ja, ook daar zou ik wel eens rond willen kijken. De statige huizen, de marmeren pilaren, wegen die door het land waren gelegd. Het eten werd beter bereid, feestmalen waren het. De wijn moet heerlijk hebben gesmaakt. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. Deed je iets wat een ander niet zinde, dan was je lot snel beslist. Gruwelijke straffen werden veelvuldig uitgevoerd. En de Romeinse raad; die kon je omkopen als het nodig was. Maar… dan moest je wel geld hebben. Daarbij… Ik weet ook niet of een toga met lauwerkrans mij zou staan. Ik durf het voorzichtig te betwijfelen…

 

Zou ik dan niet willen leven in de vroege middeleeuwen? Hoe interessant zou het zijn om de kerstening van Nederland in het echt bij te kunnen wonen. Bonifatius heeft het weliswaar niet overleefd, maar het christendom bereikte ook Nederland. Daarnaast… het leven was eenvoudig. Paard en wagen brachten ons waar wij wezen wilden, meestal niet verder dan een dorp verderop. Wij leefden in eenvoud in onze kleine woningen, werkten op het land. Hadden we afval, dan kieperden wij het door het raam onze woningen uit en waren wij er vanaf. De kennis van planten en kruiden was hoog, en vergemakkelijkte het leven. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. Hygiëne was totaal niet aan de orde. Ziekten waarden veel rond. Wist je veel van kruiden, dan kon je snel als heks worden bestempeld en stierf je een verschrikkelijke dood. En om elke dag te moeten zwoegen om eten op tafel te kunnen zetten… Nee, het trekt mij niet. En de kleding… ja, lijkt mij leuk, maar niet voor altijd. Ruim zittende kleding was de norm… en aangezien ik niet zo breed ben, ben ik bang dat ik erin zou verdrinken…

 

De hoge en late middeleeuwen dan? De handel kwam op gang, we trokken massaal naar elkaar toe en gingen meer en meer in steden wonen. Hoe leuk zou het zijn om door de straten van een middeleeuwse stad te lopen. Al die houten huisjes, die op elkaar gestapeld in de stad staan. Kleine steegjes waardoor je weer een nieuw pleintje kon bereiken. De handel kwam op gang en daarmee ook de bereikbaarheid van goederen. Kerk en staat hadden de handen ineen geslagen en bepaalden zo het leven. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. Nog steeds was hygiëne niet erg belangrijk. Ziekten zoals de pest braken uit en vaagden hele dorpen en steden van de kaart. Diefstal was aan de orde van de dag, vaak met slechte afloop voor hen die werden overvallen. Christelijk gezien was het een chaos… De Roomse kerk bepaalde het leven, alleen wat was de lijn die wij als burgers moesten volgen? 2 pausen waren er. Die in Rome en die in Avignon, maar welke van de 2 sprak de waarheid? En met een kruistocht meegaan om het Heilige Land te veroveren? Dat betekende een gewisse dood. En zie ik mijzelf met maliënkolder rondlopen? Nee… ik denk dat ik niet eens de kracht zou hebben om overeind te blijven staan…

 

Dan maar terug naar de tijd van de ontdekkingsreizigers, de vroeg moderne geschiedenis? Schepen gingen de wereld verkennen en zij die terug kwamen vertelden de meest bijzondere verhalen. Ze hadden mensen gezien, waarvan wij niet eens wisten dat ze bestonden, ze hadden dingen gegeten die anders waren als de aardappels en peeën die wij hier hadden, ze hadden talen gehoord die ze niet verstonden. Sowieso was het al een wonder dat ze terug kwamen, want wie had gedacht dat de aarde rond zou zijn? En qua kerkelijk leven stond Nederland is deze tijd in het teken van de reformatie. Het geloof werd op een andere wijze behandeld in de kerken; ook het gewone volk kreeg toegang tot het geloof. Luther timmerde zijn stellingen aan de slotkapel, Calvijn verklaarde geloofszaken, in Heidelberg ontstond de Catechismus en hier in Nederland schreef Guido de Bres onze geloofsbelijdenis. Hoe bijzonder moet het zijn geweest om die verandering mee te maken. Het reformatorisch geloof te zien groeien. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. Deze tijd kreeg ook te maken met veel geweld. De Beeldenstorm (mede veroorzaakt door het reformatorische gedachtegoed) veroorzaakte de Nederlandse opstand, beter bekend als de 80-jarige oorlog. Velen vonden de dood in gevechten, overal in Nederland. Daarbij… ik zie mijzelf niet met gespleten broek rondlopen…

 

Dan maar terug naar de Gouden Eeuw. Nederland, een land in rijkdom. Jazeker, hier zou ik wel eens rond willen kijken. Ik wil de 3-masters wel eens in de havens zien liggen. Een babbeltje houden met Michiel Admiraalszoon de Ruyter, Pieter Pietersen Heijn of Maarten Harpertszoon Tromp. Ik wil mij wel eens in laten lijven op 1 van de schepen en de wereldzeeën bevaren naar verre oorden. Daar de nog onbekende specerijen proeven die het land te bieden hebben. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. Die VOC die veel van deze zaken organiseerde, deze rederij heeft Nederland de rijkdom gebracht die wij nog dagelijks ervaren. Maar die rijkdom had ook een keerzijde… slavenhandel, uitbuiten van anderen, volkerenmoord als er tegenstand was… Wil ik dat met eigen ogen aanschouwen? Wil ik met die gruwelen geconfronteerd worden? En qua kleding… nee, ik zie mijzelf niet hele dagen met kniehoge laarzen of kniekousen rondlopen…

 

Gelukkig heb ik nog meer keuzes om naar terug te reizen. De pruikentijd. Hoe gaaf is dat? Natuurlijk zou ik dolgraag eens rond willen kijken bij de statige landhuizen waar heren en dames rond schreden. Waar de tonen van een kamerorkestje te horen waren en waar de dans werd aangevangen. Geen vulgaire dansen, nee, alles verliep netjes en statig. Ik zou ze wel eens willen zien, de dames die met hun zakdoekjes naar mij wuiven als ik langs rijdt in een koets. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. Ik wil niet rondlopen tussen heren die in de Oost of West plantages hebben waar de slaven hun werk doen, terwijl ze hier vroom naar de kerk schrijden en zich te goed doen aan drank en voedsel. En qua kleding… Tsja, die wandelstokken zijn echt wel gaaf. Maar of ik nu elke dag mijn pruik met bloem wil poederen, mijn gezicht wil blanketten en een nep moedervlek op mijn gezicht wil tekenen…

 

Wil ik dan een paar eeuwen terug naar de moderne tijd? De tijd waarin Charles Dickens door de straten liep van een stad die inmiddels met stenen was gebouwd? Waar nieuwe technieken werden gebruikt om het leven te vergemakkelijken? Waar ambachten hoogtij vierden en de bakker, slager, kledingwinkels enz. het levenslicht zagen? Waar de industriële revolutie steeds verder doorzette en er uitvindingen werden gedaan waarvan wij nog dagelijks profijt hebben, zoals de elektriciteit. Wil ik die verbeteringen gadeslaan? Jazeker. Het lijkt mij zeker interessant om Nederland te zien veranderen. Maar… er altijd leven? Nee, dat niet. De rook die uit de vele fabrieken omhoog kringelde, ik weet inmiddels dat de wereld hierdoor voor altijd schade aan zou worden gebracht. Dat velen een dood zouden sterven door vergiftiging. Ontwikkeling ging namelijk niet altijd gepaard met voorzichtigheid voor de gevolgen. Qua kleding… (LET OP!!!) Ja, dolgraag zou ik terug willen naar deze tijd hiervoor. Ik zie mijzelf wel lopen met slipjas, wandelstok en hoge zijen. Die kleding… ik zou hem dolgraag dagelijks aantrekken. Maar ja, dan val je zo op he…

 

Kort samengevat: elke tijd heeft zijn eigen romantiek, zijn eigen donkere kanten. Het verleden heeft de basis gelegd voor het heden. Zit ik dan in 2021 met een laptop voor mij te mijmeren over het verleden. Mijzelf de vraag te stellen… wat heb ik gemist? Veel is er voorbij gegaan, veel is er veranderd, maar zou ik als 2021er kunnen leven in een andere tijd? De medische kennis is groot, niemand zou in armoede moeten leven, we worden verzorgd van de wieg tot het graf. De verworven vrijheden zijn groot. Met schaamte moet ik constateren dat ik misschien toch wel beter in deze tijd pas. Het aanpassen aan een andere tijd zou enorm lastig zijn. Maar… er altijd leven? Ik denk dat ik JA moet zeggen op deze vraag. Ik ben gewend aan 2021. Gevangen voel ik mij hier zeker niet. Ik kan zeggen en schrijven wat ik denk, zonder bang te moeten zijn voor de gevolgen. Dus misschien maar goed dat ik hier geboren. Qua kleding? Ik trek mijn stropdas wat strakker aan, mijn agenda toont dat het tijd is voor een volgende afspraak. Ik sla mijn laptop dicht en trek mijn colbertje aan. Met een druk op de knop gaat het licht uit, ik trek de deur achter mij dicht en stap in mijn auto. Uit de radio komen zacht de tonen van… klassieke muziek.

 

Klassieke muziek? Ben ik dan toch in een tijdmachine gestapt? Kunnen wij dan toch tijdreizen?

 

Johannes R

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.